Johan II Heer van Broekhuizen, Waardenburg en Ammerzoden

  Algemene notities:

Van de goederen die Jan van Broekhuizen, de zoon die de heerlijkheden Broekhuizen en Waardenburg had verkregen, en van zijn echtgenote Adriana van Brakel, is eveneens een boedelscheiding bewaard gebleven. Deze boedelscheiding is opgemaakt in 1441, kort voor het overlijden van Jan van Broekhuizen. Niet alle goederen staan hierin beschreven, want één van de kinderen heeft blijkbaar al een deel verkregen. De oudste zoon, Gerrit, wordt in het stuk namelijk opgevoerd als Heer van Broekhuizen, welke heerlijkheid hij dus al voordien van zijn vader heeft ontvangen. Later verkrijgt hij ook de heerlijkheid Waardenburg, die echter in het stuk niet wordt genoemd. De tweede zoon Steesken, zal huis en herlijkheid Brakel ontvangen, met alle bijbehorende grond, renten, uiterwaarden ,visserijen, en patronaatsrechten. Bovendien krijgt hij ook enkele goederen, die zijn moedere nog onder zich houdt, waaronder enkele uiterwaarden, de molen te Waardenburg en een goed te Geldermalsen. Het derde kind, Hendrika is waarschijnlijk al eerder uitgeboedeld bij gelegenheid van haar huwelijk, want zij word in de boedelscheiding niet genomed. Het vierde kind, de nog ongetrouwde dochter Agnes, verkrijgt van haars vaders versterf slechts een geldbedrag, namelijk 1500 Franse schilden, te betalen door haar broer Gerrit, die immers het grootste deel van de erfgoederen heeft verkregen.

Johan trouwde met Adriana van Brakel, dochter van Eustache Stees Heer van Brakel en Langerak en Catharina van Polanen, in 1415. (Adriana van Brakel werd geboren in 1388 en overleed in 1445.)