Marten Lubberts Dijk
- Geboren: 1733 175
- Huwelijk (1): Frouk(j)e Wijbes op 25 Jun 1758 in Marum
- Overleden: 19 Mrt 1808, De Haar (Marum) op 75-jarige leeftijd
Algemene notities:
Doctor Hendrik Willem Hoving Geconstitueerde Grietman van de Campen ende betuige dat persoonlijk voor mij gecompareert zijn Marten Lubbers en Frouke Wijbes Ehel: tot Marum woonachtig,welke beleden in bekenden in waren eigendom verkogt in overgedragen te hebben aan Lubbe Gerkes en IJwtke Berents Ehel: (getr. Grootegast 22 juli 1738) mede tot Marum woonachtig deze koop accepterende: één mat (=½ ha.) hoijland zijnde graslant onverscheiden in vier mat (=2 ha.) waar van dat andere drie matten aan de copers en cons: (consortium =gemeenschappelijke bezit) in eigendom toebehoren,en daarmede wandelende gelegen tot Marum hebbende tot naaste Swetten ten noorden het diep ten oosten en zuiden de copers en Cons: (consortium) en ten westen Eerenst Wijgers en Cons: (consortium) met zijn lusten en lasten so groot en klein goet en quaat als verkopers hebben beseten en konnen verdedigen sonder de mate te gedogen: zulx verkogt voor de somma van hondert en vijftig Car. gld ( Segge 150 gld:) Bekennende de verkopers het genoemde coopschat van de kopers ten vollen ontfangen te hebben. Met mijn gewoon Zegel bekragtigt in Groningen de 23 juni 1767. Op den request van Marten Lubbers en Froukje Wijbes Ehel: hoe volgens verzegeling van Berent Jans en in qualiteit als erfgenaam van zijn broeder Ate Jans hebben aangekogt de beklemminge van eenige landerijen op de Haar onder Marum gelegen,aan de stad(Groningen) jaarlijks 75 Gl. Huur doende, verzogten suppl. Onder voldoening van de huur volgens stads resolutiën te worden geboekt,Request boek Mercuris den 3 may 1775.
Op kaart 53 uit 1727 omvatte het gebied 1314,5 grazen en 45 roeden(=567,6 ha.),met daarbij een drietal percelen ‘mandeland’van Trimunt en de Haar ter grootte van 196,5 grazen en 48 roeden (=84,9 ha.) Sinds ca 1210 was dit Corpusland van het Cisterciënzer nonnenklooster Trimunt. Na de Reductie in 1595 verviel het aan de Staten van Stad en Lande(provincie Groningen) In 1617 werd de Stad Groningen eigenaar door dit gebied te kopen.
De colecteur(=stemopnemer) Jacob Willems verhaalt dat op 22 april 1795 de ingezetenen van ’t Carspel Marum in de kerk zijn saamgekomen en de burger Marten Lubbers (Dijk) tot zijl- en buurrechter hebben aangewezen. Marten Lubbers zal als goed vaderlander moeten handelen. De gekozenen moesten een belofte van burgertrouw afleggen. Dit vond plaats ’t eerste jaar der Bataafsche vrijheid. De Bataafse Republiek duurde van 1795-1806.
Stadsrekeningen Anno 1807
Marten Lubberts (Dijk) en Frouke Wybes beneffens Marten Egberts(Dijk) op de Haar onder Vredewold hebben van de Stad (Groningen) in eigendom bekomen ieder hunne gebruikende behuizinge met bomen en Plantagiën.Het regt van altoos durende beklemminge van zodanige landerijen als zij meijerlieden sedert jaaren herwaarts hebben gebruikt alles onder betalinge van de oude huur Honderd en vijftig Car: guldens ieder voor de gerechtelijke helfte. Ontvangen van Marten Egberts(Dijk) als afgaanden en van Diemer Pieters voor het te boek brengen van dezelve. Aangaanden beklemden meijer ieder een jaar huur tot geschenk 18 september 1807 dus hier F.150.-
Vermeldenswaardige gegevens:
• Beroep: Stadsmeijer op een plaats in de Haar (Marum).
• Doop, 17 Mei 1733, Marum (Kerpsel).
Marten trouwde met Frouk(j)e Wijbes, dochter van Wybe Ates en Antie Wijtses, op 25 Jun 1758 in Marum. (Frouk(j)e Wijbes werd geboren in 1734 175 en overleed op 26 Jun 1784 in De Haar (Marum).)
|