pijl pijl
Marinus Martinus Ligtermoet
(Omstr 1826-)
Alberdina Johanna van Kuik
(Omstr 1826-)
Jacob van Zanten
(1806-1860)
Elisabeth van Zanten
(1815-1890)
Nicolaas (Klaas) Ligtermoet
(1856-)
Jacoba Elisabeth (Kossie van Bettemeui) van Zanten
(1857-1943)
Rijk Jacob Cornelis Ligtermoet
(1890-1943)

 

Gezin

Rijk Jacob Cornelis Ligtermoet

  • Geboren: 7 Jan 1890, Culemborg
  • Overleden: 27 Apr 1943, Amsterdam op 53-jarige leeftijd

opsommingsteken   Rijk was ook bekend als Rijk.

Afbeelding

opsommingsteken  Algemene notities:

Anonce:

------------------------------------------------

Heden overleed door een noodlottig ongeval, onze

geliefde Moeder, Behuwd, Groot, Overgrootmoeder

en tante Mevrouw

Wed. Jacoba Elisabeth Ligtermoet- van Zanten

in den ouderdom van 86 jaar.

en onze innig geliefde Broeder, Behuwdbroeder

en Oom,

De Heer RIJK JACOB CORNELIS LIGTERMOET

in den leeftijd van 53 jaar.

Amsterdam, 27 April 1943,

St. Jorisstraat 4, 1 hoog.

Uit aller naam M.M. Ligtermoet.

De teraardebestelling is bepaald op Zaterdag 8 mei a.s. tegen 1.30 uur op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Vertrek van het Sterfhuis te 12.30 uur.

-----------------------------------
Op 13-10-1899 vertrekt Rijk uit Culemborg naar Amsterdam. Hij werkt daar als sigarenmaker. In latere instantie gaat hij in Beverwijk werken bij de sigarenfabriek van Majoor, hij woont op dat moment in de C.H. Moenstraat. Op 25 maart 1939 vertrekt hij naar Amersfoort waar hij eveneens als sigarenmaker werkte.

Op 11 oktober 1917 moet Rijk 5 maanden de gevangenis in inzake een mishandeling. Het procesverbaal en de getuigenverklaringen zijn in het archief opgenomen. Gerechtshof Amsterdam inv. 29 deel 13 rolboek. Datum van ontvangst 02-05-1917 no. 1947. Rijk Jacob Cornelis Ligtermoet van beroep sigarenmaker * Culemborg 07-01-1890 wonend te Amsterdam. Appelant in vrijheid. Inhoud van het vonnis: Bij vonnis der Arrondissements Rechtbank te Amsterdam dd. 15-03-1917 ter zake van mishandeling, veroordeeld tot 5 maanden gevangenisstraf. Beslissing van het hof rechtsdag 27-09-1917 rapport P.J. Hoeffelman arrest 11-10-1917 no. 10097.

-------------------------------------------------

No.408/6920, Vonnis, Appel

De Arrondissements Rechtbank te Amsterdam 4e kamer, rechtdoende in Strafzaken. 15 Maart 1917

Gezien de stukken, onder welke de dagvaarding, namens de officier van justitie op den 20e Januari 1917 betekend aan de na te noemen beklaagde: Gehoord de aanklacht van den Officier van Justitie tegen de beklaagde volgens zijne opgave genaamd te zijn;

Rijk Jacob Cornelis, zoon van Nicolaas Ligtermoet en Jacoba Elisabeth van Zanten, van beroep Sigarenmaker geboren te Culemborg 7 Januari 1890 en wonende te Amsterdam Noordermarkt 4 III.

Gehoord de vordering van den Officier van Justitie, daaroe strekkende dat de beklaagde worde schuldig verklaard aan de feiten hem bij dagvaarding ten laste gelegd, opleverend; Mishandeling en dientengevolge veroordeeld voor den tijd van 5 maanden.

Overwegende dat de beklaagde ter Terechtzitting is gedagvaard ter zake dat hij in de nacht van 19 November en 20 November 1916 te Amsterdam in het perceel Brouwersgeacht no. 62 Jan van Eijk heeft mishandeld, door opzettelijk hem met een mes of ander voorwerp te steeken, te snijden of te slaan en bloedend te verwonden.

Overwegende dat de beklaagde ter Terechtzitting heeft erkend en opgegeven, dat hij in den nacht van den 19e en 20e November 1916 te omstreeks 12 ure, tezamen met den hem bekende Jan van Eijk heeft gezeten aan een tafeltje in het café van "Van de Wateringen aan de Brouwersgracht No. 62 te Amsterdam" , dat hij toen dien van Eijk heeft verweeten, dat deze hem vroeger eens een klap had gegeven, dat die van Eijk daarop een stoel heeft genomen en daarmede een slaande beweging naar hem, beklaagde heeft gemaakt: dat hij dien zelfde nacht, door den politie is aangehouden en gebracht naar het posthuis aan den Droogbak en bij dat posthuis zich heeft gebukt en een dicht gesloten knipmes op straat heeft neergelegd;

Overwegend dat de volgenden getuigen ter terrechtzitting hebben verklaard:

Jan van Eijk

------------

dat hij den nacht van den 19den op 20 November 1916 te omstreeks 12 ure, tezamen met den beklaagde, heeft gezeten aan een tafeltje in het café van Van de Wateringen aan den Brouwersgracht no. 62 te Amsterdam; dat de beklaagde hem, getuige verweet, dat hij getuige, den beklaagde een klap heeft gegeven, dat de beklaagde daarop van het tafeltje is opgestaan en gegaan naar het buffet, waar een broer van den beklaagde zat, die den beklaagde iets ter hand stelde, dat de beklaagde daarop bij hem getuige, is teruggekomen en hem een mes in den hals stak aan de linkerzijde, onder de kaak, waarop de beklaagde het mes in zijn zak stak, dat hij getuige, daardoor bloedend werd verwond, dat hij de wond in den zelfde nacht heeft laten verbinden in het Binnen-Gasthuis.

Van de Wateringen

-----------------

dat hij in den nacht van den 19e op den 20e November 1916 te omstreeks 12 ure heeft bevonden voor het buffet in het perceel Brouwersgracht no. 62 te Amsterdam gevestigde café, dat aldaar de beklaagde Jan van Eijk, zat aan een tafeltje op omstreeks 3 meter afstand van het buffet, terwijl een broer van den beklaagde bij het buffet is gekomen en tot dezen gezegd heeft: dat is de persoon, die mij indertijd een klap heeft gegeven: dat daarop de beklaagde weder is terug gegaan naar het tafeltje bij van Eijk dat vervolgens van Eijk een stoel opnam en daarmee een beweging maakte naar den beklaagde: dat daarop van Eijk uitriep "ik ben gestoken" en dat van Eijk toen een bloedende wonde had aan zijn hals: dat op dat oogenblik alleen de beklaagde in den nabijheid van Van Eijk stond:

Van der Maaden

--------------

dat hij agent van politie, zich in den nacht van den 19e op en 20e November 1916 te omstreeks 12.20 ure, heeft begeven naar het in perceel Bouwersgracht no. 62 te Amsterdam gevestigde café , daar te midden van een volksoploop den hem bekende Jan van Eijk heeft aangetroffen, die riep "ze hebben me met een mes gestoken" en die een bloedende wonde aan zijn hals had: dat te midden van dien volksoploop de agent van politieeitman, die zich met den beklaagde begaf naar het politie posthuis aan den Droogbak, dat de beklaagde bij het posthuis gekomen, zich bukte, lag een dicht geslagen zakmes, soortgelijk aan dat hetwelk hem ter terechtzitting wordt vertoond, heeft in beslag genomen:

van der Ven

-----------

dat hij als geneesheer in het Binnen-Gasthuis te Amsterdam in den nacht van den 19e op den 20e November 1916 een persoon heeft behandeld, die opgaf te heeten Jan van Eijk, dat die persoon aan den linkerzijde van den hals onder de onderkaak had een bloedende wonde met scherpe randen.

Overwegende, dat hetgeen de beklaagde de beklaagde bij dagvaarding is ten laste gelegd: zijne schuld daaraan wettig en overtuigend is bewezen door de voorschreven verklaring en de overige gerelateerden getuigenverklaringen, zoomede in onderling verband en samenhang beschouwd, met dien verstande dat de beklaagde met een mes heeft gestoken.

Verklaart, met dien verstande als overwogen, het feit aan den beklaagde bij dagvaarding ten laste gelegd, alsmede zijne schuld daaraan, wettig en overtuigend bewezen en dat het aldus bewezene uitmaakt: Mishandeling.

Verklaart den beklaagde schuldig aan dit misdrijf. Gezien de art. 300 van het Wetboek van strafrecht 214 als 1,219 van dat van strafvordering.

Veroordeeld den alzoo schuldig verklaarde beklaagde Rijk Jacobus Cornelis Ligtermoet, voornoemd tot gevangenis voor den tijd van 5 maanden. Gelast de vernietiging van het stuk van Overtuiging No. 1: een zakmes.

Gewezen door de H.H. Mrs, Jhr W.C. Quarles van Ufford, Vice President F.J. Verscheure, Rechter en G. van der Flier, plaats vervangend-Rechter Tegenwoordig in den Raadkamer, Mr. C. Briët, Substituut Griffier en uitgesproken door Mr. W.C. Quarles van Ufford voornoemd, ter Openbare terechtzetting van den 15e Maart 1917.

------------------------------------------------

Op 4 september 1941 krijgt hij van de gemeente Amersfoort een persoonsbewijs met het nummer 20758. Uit een aantekening op dat persoonsbewijs blijkt dat het persoonsbewijs na zijn overlijden niet is ingeleverd.

Tijdens een bombardement in 1943 te Amsterdam waarbij een vliegtuig neerstort komen Rijk en zijn moeder om het leven.(zie info bij zijn moeder). Rijk kon zelf in eerste instantie aan de ontstane kerosinebrand ontkomen. Omdat zijn moeder nog in de woning zat is Rijk echter teruggekeerd. Doordat zijn moeder te dik was kon zij niet door het raam komen, ook Rijk kon niet meer aan de vlammenzee ontkomen.

Documentatie:

----------------------------------

- Een foto van Rijk uitgebracht bij zijn overlijden.

- Een foto van Rijk genomen op een vissersboot te IJmuiden.

- Een kaart door Rijk verzonden aan zijn neef Job de Heus in

het jaar 1910 die op dat moment fuselier is in de Prins

Hendrik Kazerne te Nijmegen.

- Een familiefoto waarop van links naar rechts voorkomen:

Elisabeth Jacoba Ligtermoet (1894), Louis Preiss,

Jacoba Ligtermoet (1895), RIJK JACOB CORNELIS (1890),

een onbekende kostganger, Job de Heus (een aangetrouwde

neef uit Beusichem), Neeltje Ligtermoet (1897).

- Zijn persoonskaart.

----------------------------------

.

Afbeelding

opsommingsteken  Vermeldenswaardige gegevens:

• Beroep: sigarenmaker.




Startpagina | Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst

Deze webpagina werd gemaakt op 10 Mei 2024 met Legacy 9.0 van MyHeritage; inhoud copyright en onderhouden door aprins@hotmail.com