Jacoba Elisabeth (Kossie van Bettemeui) van Zanten
- Geboren: 2 Nov 1857, Beusichem 130
- Huwelijk (1): Nicolaas (Klaas) Ligtermoet op 19 Jun 1878 in Beusichem (Ge) (of 1879)
- Overleden: 27 Apr 1943, Amsterdam op 85-jarige leeftijd
Algemene notities:
Haar vader Jacob van Zanten doet aangifte van de geboorte, getuigen zijn Evert van Gent en Jan Boon. De akte is in het archief opgenomen. (gezindte: Nederlands Hervormd), overleden op 27-04-1943 te Amsterdam (NH) op 86-jarige leeftijd, ----------------------------------
HANDELSBLAD 27 April 1943.
---------------------------------
BRITSCH VLIEGTUIG
NEERGESTORT TE
AMSTERDAM
In den nacht van Maandag op Dinsdag stortte een neergeschoten Britsch bombardementsvliegtuig brandent neer in een zakenwijk in de binnenstad van Amsterdam; het zette verscheidene huizen in brand. Zij, die schade hebben geleden, gelieven zich voor schadekaarten aan te melden in het Stadhuis, trouwzaal 2e en 3e klasse, waar het schadekaartenbureau van den Nederlandschen Volksdienst is geopend van 9 tot 5 uur. ----------------------------------
Kennisgeving geplaatst door haar oudste zoon
en zijn broer: ----------------------------------
Heden overleed door een noodlottig ongeval onze innig geliefde Moeder, Behuwd-
Grootmoeder en Tante Mevrouw de Wed.
J.E. LIGTERMOET geb. VAN ZANTEN
in den ouderdom van 86 jaar.
Zowel Jacoba Elisabeth als als haar zoon Rijk Jacob Cornelis zijn begraven op de Noord-Ooster begraafplaats.
Van haar kleindochter Jacoba Elisabeth Wals-Preiss de volgende bijdrage aan het familie archief:
----------------------------------
De verjaardag van Jacoba Elisabeth van Zanten (Opoe), werdt altijd op 1 november gevierd, waarom wist niemand. Zij was een opgewekte vrouw die van een grapje hield. In 1912, afkomstig van Beusichem en Culemborg was zij voor de Amsterdammer slecht te verstaan. Als iemand vroeg wie zij was dan zij ze "ik ben kossie van bettemeui" hetgeen wou zeggen ik ben een dochter van Elisabeth (Betty) van Zanten, haar moeder. Haar vader was reeds op haar vierde jaar overleden, daar had Opoe danook weinig herinneringen aan. Wel wist Opoe zich goed te herinneren dat haar moeder altijd aardappelen moest rooien om rond te komen. Zij vertelde haar kleinkinderen altijd dat verhaal omdat ze vond dat deze te veel verwend werden.
Een van haar broers was geestelijk niet helemaal volwaardig. Hij had een spraakgebrek maar moest toch wel eens boodschappen doen voor zijn moeder. Omreden dat hij niet kon lezen en daarnaast slecht zijn boodschappen kon onthouden maakte zijn moeder steeds een liedje voor hem, de tekst ging alsvolgt: :Een halve litel olie een lutje latje loe en moedel zaal de lente wel leve", wat zoveel betekende als: een halve liter olie en een stukje katoen en moeder zal de centen wel geven.
Als Opoe iemand niet vertrouwde dan zei ze "die heeft rare streken onder de steert" (onder de staart). Een andere uitdrukking was "zit niet zo te reppelen", dan bedoelde ze zit niet zo te wiebelen met je stoel. Opoe hield niet van sterke drank maaar ze luste wel een brandewijntje met suiker, dat was niet zo sterk volgens haar.
Tot kort voor haar dood kon ze op een feestje opstaan en het volgende liedje zingen:
Ik ben de vrolijke barbier,
Ik scheer mijn klanten met plezier,
Verkoop odeur en kosmetiek,
Aan het ge eerd publiek.
Zij stelde dan zelf de barbier voor, haar oudste zoon kreeg een theedoek voor en was de klant.
Ze hoefde nooit alleen te zingen, haar zoons en dochters deden allemaal mee, want zingen konden ze allemaal. Voor haar kleindochters had ze ook een versje. Je voelde je dan heel gevleid want je dacht dat het speciaal voor jouw bestemd was. Later ontdekte je dat ze alleen de kleur van de ogen hoefde te veranderen, het liedje ging als volgt:
Grijze ogen, mooie ogen,
Blauwe ogen, lieve ogen,
Bruine ogen, welbehagen,
Die alle mooie meisjes dragen.
Op een dag was er bij de bewoners op 1 hoog ruzie, Opoe en haar buurvrouw wilden daar niets van missen en vlogen allebei het stikdonkere portaal op. Ze liepen met de hoofden tegen elkaar en hielden beiden een enorme buil aan hun nieuwsgierigheid op.
Ook in die tijd waren er reeds van die kleverige vliegenvangers. Als hij vol met vliegen zat dan schoof Opoe het raam open en maakte er een sport van om een argelose wandelaar eens te verwennen met een vliegenvanger op zijn hoofd. Op een keer bleef hij bij de buren in de geraniums hangen wat niet in dank werd afgenomen.
Op 25 Augustus 1938 schrijft Opoe Ligtermoet een gedicht in het Poesiealbum van Jacoba Elisabeth Wals-Preiss (haar kleindochter).
Klein is mijn versje
dat ik je hier bied.
Pluk bloemen op aarde
en vergeet mij niet.
Enkele weken voor haar dood kreeg Opoe last van haar maag, de dokter kwam een paar keer bij haar op bezoek. Tijdens de Paasdagen van 1943, dat viel op 25 en 26 april, was er een luchtaanval. Haar zoon Rijk was op beide dagen bij haar op bezoek en zou daarna terug gaan naar Amersfoort. Het schrijven van haar kleindochter eindigt met "En toen kwam het vliegtuig", beide kwamen om..
J.E.Wals-Preiss
1992.
----------------------------------
Uit de periode dat de ramp met het vliegtuig gebeurde zijn verschillende documenten uit archieven verzameld waaronder;
- Jaarverslag van de brandweer,
- het dagrapport d.d 27 april van de brandweer,
- een plattegrond van de wijk,
- rapporten van de luchtbeschermingsdienst,
- artikelen uit de pers over die tweede paasdag 1943 waaronder een 16 pagina's groot artikel "De nacht dat het Carlton brandde"
van A. Korthals Altes.
Uit het laatste artikel blijkt o.a. dat 6 verkoolde lichamen van bewoners uit de reguliersdwarsstraat 48, 50 en 63 op 29 en 30 april zijn gevonden.
Culemborg, omstreeks 1900.
(door Jacoba Preiss, hun kleindochter)
---------------------------------------
Het was een groot huisgezin van Klaas Ligtermoet en zijn vrouw Jacoba Elizabeth van Zanten, ze woonden in Culemborg op de Wsetersingel no.29. Van hun zeven kinderen woonden er nog 5 thuis, de twee oudste kinderen Rinus en Dien woonden toen reeds in Amsterdam. Bij het middageten gebruikten ze geen borden maar er kwam een grote schaal op tafel, daar ging het eten in en dat werd met een mes in porties verdeeld zodat eider zijn eigen stuk had.
De oudste van de vijf, Rijk, was nogal klein van stuk en een slechte eter. Zijn broer Klaas die twee jaar jonger was en veel groter dan Rijk luste wel meer dan zijn eigen portie, hij spuugde dan in het portie van Rijk die werd daar dan weer misselijk van. Klaas zei dan "lust je niet meer" dan eet ik het wel op. Soms werden er op Zaterdag 2 haringen gehaald voor bij het brood, daar werd dan door de hele familie van gegeten, hun vader kreeg de middelste stukken en de rest was voor moeder en de vijf kinderen, het ongelukkigst was je als je de kop kreeg. Ieder jaar was er een varken in de schuur dat in oktober geslacht werd, het vlees werd in de schoorsteen te drogen gehangen, een keer was het varken gestorven, dat betekende nog meer armoe. Als mijn moeder (lees de moeder van Jacoba Preiss) en haar twee zusters uit school kwamen moesten ze voor dat ze buiten mochten spelen eerst een gedeelte van een sok breien en wel 10 naadjes dat is 20 toeren, de sokken werden in het rond gebreid aan de kant van iedere naald werden dan twee steken van de kant af een rechte steek gebreid, dat was dan het naadje. In 1912 is de familie naar Amsterdam verhuisd, waarom ? daar is nooit over gesproken. Opa was een harde werker die ook 's avonds en in het weekend werkte. In het weekend had hij veek geld voor zich zelf nodig. De opkomst van de vakbond in Culemborg vanaf 1893 en de navolgende stakingen betekende naast nog meer armoede door het weinige stakingsgeld een hoop problemen voor het gezin. De Trio Sigarenfabriek van Dresselhuis kwam als overwinnaar uit het eerste stakingsconflict, de patronen vierden feest. Nicolaas Ligtermoet heeft in het openbaar zijn excuus moeten aanbieden en heeft op zijn kosten liedjes moeten laten drukken waarin hij vermelde dat het hem speet zo te hebben gehandeld. Mogelijk was dit een goede reden om te verhuizen. In 1912 verhuisden Opoe en Opa naar Amsterdam en woonden daar eerst op de Palmgracht op de derde etage, er was een trap naar boven die uit een stuk bestond, zonder portalen, om bij een verdieping naar binnen te komen was er voor die deur een plank en verder liep de trap recht door naar boven naar de volgende verdiepingen. Rijk heeft de trap naar beneden ook een keer "genomen" hij ging op zijn achterwerk naar beneden.Kort daarna zijn ze verhuisd naar de Noordermarkt No. 4.
Zondagsmiddags kwamen de kinderen die niet in huis woonden daar ook naar toe, ze scheelden niet veel in leeftijd en er was een goede verstandhouding onder elkaar, meestal gingen ze dan kaarten, wat nogal eens in ruzie eindigde. Dan nam Opoe de kaarten en gooide ze in de kachel.
Op een zondag hadden ze met z'n allen een roeibootje gehuurd en zijn daarmee op het IJ gaan varen, terwijl geen van hen kon zwemmen. Alles ging goed tot dat een van de zusters haar armband in het water viel, ze wilde hem meteen pakken en dat veroorzaakte wat je noemt veel "deining".
---------------------------------------
.
Jacoba trouwde met Nicolaas (Klaas) Ligtermoet, zoon van Marinus Martinus Ligtermoet en Alberdina Johanna van Kuik, op 19 Jun 1878 in Beusichem (Ge) (of 1879). (Nicolaas (Klaas) Ligtermoet werd geboren op 9 Apr 1856 in Culemborg (ge).)
|