Gezin
|
Partners/kinderen:
1. N.N.
|
|
|
Pieter Pietersz. Cranendonck
- Geboren: Omstr 1560, IJsselmonde
- Huwelijk (1): N.N. in 1585
- Overleden: Omstr 1604, Rhoon ongeveer 44 jaar oud
Algemene notities:
Geboren naar schatting rond 1560, vermoedelijk to IJsselmonde, overleden tussen 18.01.1603 en 05.01.1604 to Rhoon. Waarschijnlijk heeft Pieter Pietersz. Cranendonck zich als een van de eerste landbouwers in de in 1580 nieuwbedijkte polder het Buitenland van Rhoon gevestigd. Bij een eerste vermelding to Rhoon uit 1585 beloofde hij het weeskind van ene Willem Elisz. op to voeden tot meerderjarigheid, waarbij hij 2 koeien en 2 kalveren als zekerheid stelde. Het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat dit weeskind stamde uit een eerder huwelijk van de echtgenote van Pieter Pietersz. Cranendonck. In 1593 kocht Pieter land in de polder Joachim to Rhoon en een jaar later kocht hij van de heer van Rhoon en Pendrecht het stuk land naast zijn huis waarop hij zijn werf, tuin en boomgaard had aangelegd. Hij voldeed deze laatste koop door middel van een schuldbrief, waarbij hij ook de op dit land rustende jaarlijkse losrente van 69 gulden voor zijn rekening moest gaan nemen. Wellicht ging deze koop zijn financiele reikwijdte to boven, want enkele maanden later verkocht hij 15 gemeten (7 1/2 morgen) land in de polder het Buitenland van Rhoon aan zijn broer Gerrit, die onder het naburige Poortugaal woonde. Het is niet bekend of Pieter Pietersz. Cranendonck functies in het dorps- of polderbestuur van Rhoon heeft bekleed; wet werd hij genoemd als schepen van het aangrenzende 's-Gravenambacht (1596). Vanaf 1593 werden voor het gerecht van Rhoon en Pendrecht diverse zaken tegen hem gevoerd, die alle betrekking hadden op schulden of betalingsachterstanden van Pieter. Daaronder een zaak uit 1596, waarbij zijn schoonzuster Roockje Goossens, de weduwe van Gerrit Pietersz. Bootser, betaling eiste van een schuld. Wellicht vloeide deze schuld voort uit de voogdijschap, dat Pieter voerde over haar kinderen. In 1601 had hij opnieuw met geldproblemen to kampen, blijkens het arrest, dat zijn zwager Willem Pietersz. Besemer voor het gerecht van Oost-IJsselmonde deed stellen op zijn erfdeel van zijn kort daarvoor overleden vader, de schout Pieter Pietersz. Cranendonck. Het arrest zou duren tot Besemer vrijgesteld zou zijn van zijn borgtocht voor Pieter Pietersz. Een jaar later verkocht hij een perceel land, dat ongetwijfeld nit die erfenis afkomstig was: de helft van 4 morgen 3 1/2 hond land in de polder Cornelisland, m.a.w. een kwart van de totale 9 morgen 1 hond in "Gerrit Hendricksz" weer, die zijn vader, de schout Pieter Pietersz. Cranendonck, samen met Cornelis Ariensz. Baes reeds vanaf ca.1579 in pandschap bezat van de zusters in Bommel. De financiele tekorten van Pieter waren echter blijkbaar zo groot, dat na zijn overlijden door het gerecht van Rhoon in 1604 een curator van zijn boedel moest worden aangesteld, die in 1608 een regeling met de schuldeisers trof. Onder de door deze curator in het openbaar verkochte bezittingen van Pieter Pietersz. Cranendonck, waren een woning met erf, boomgaard, schuur, "duifhuis", etc., gelegen bij de Rhoonse Sluis, die een bedrag van 3250 pond opbracht, en een weiland van 3 morgen bij de Drogendijk, dat verkocht werd voor 1408 pond. Ondanks deze bepaald niet lage opbrengsten, zullen zijn kinderen bij zijn overlijden dus wel niets ontvangen hebben uit de failliete boedel. Toch kregen zij een dertigtal jaren later nog iets uit het familiebezit: zij erfden van hun oom Hendrick Pietersz. Cranendonck land in de polder 68 Morgen onder WestIJsselmonde, dat zij overigens binnen enkele jaren al weer van de hand deden. Misschien is de geringe welstand na het faillissement van dit gezin er de oorzaak van, dat van de kinderen bijzonder weinig bekend is, ook niet uit later jaren toen zij eigen huishoudens gevoerd moeten hebben.
Pieter trouwde met N.N. in 1585. (N.N. werd geboren omstreeks 1565.)
|