Claes Dircksz van Driel

   Claes was ook bekend als Claes Dircxsoen van Driel.

  Algemene notities:

schout of plaatsvervanger ("stedehouder") van de "principael schout" (1527..1531, 1543-1549), dijkgraaf van Ridderkerk (1545), Claes Dircksz. van Driel wordt vermeld als schout of plaatsvervanger van de "principale schout" (1527-1531, 1543-1549) en als dijkgraaf van Ridderkerk (1545). Cleijs Dircksz. komt reeds vanaf 1519 voor in de rekeningen van de polder Nieuw-Reijerwaard bij de aanduiding van een bepaald gedeelte van een dijk: "van den dijck van Cleys Dirckss off". In 1530 werd deze dijk omschreven als "den dijck an die wetsijde van Pouwels Janss. off tot Cleijs Dirckss toe". Aangezien de polder Nieuw-Reijerwaard aan de westzijde begrensd werd door de Hordijk, kan geconcludeerd worden dat ook Cleijs Dircksz. aan deze dijk gevestigd was. In de rekening van 1553/54 is er sprake van "den dijck tot Vop Cleisz. toe".
Op 14 december 1527 zegelde Claes van Dryel Dircxsoen, schout van Ridderkerk, een akte betreffende de schouw in 1526.
Claes Dircksz. van Driel bezat land in Ridderkerk (13 1/2 morgen), Oost-Barendrecht (11 1/2 morgen en een gors) en Oost-IJsselmonde (5 morgen). Het land in Nieuw-Reijerwaard was verdeeld over twee hoefslagen, die in 1557 werden omschreven als "Claes Diercx houff van VII mergen" en "Cleys van Driel Diercxz. houff van VI 1/2 mergen". Beide percelen werden in 1557 gebruikt door Fop van Driel, zijn zoon.

  Vermeldenswaardige gegevens:

• Beroep: landbouwer.

Claes trouwde met Nelleke Schouten omstreeks 1520. (Nelleke Schouten werd geboren omstreeks 1495 en overleed na 1552.)