E. H. Pastoor Johannes Van Knippenbergh

  Algemene notities:

Uit het kerkarchief van Heythuysen blijkt dat de pastoor Joannes in 1620 de eerste pastoor was van Heythuysen, voorheen moesten de bewoners naar de kerk van Buggenum gaan, dat 7 Km van Heythuysen verwijderd lag. Heythuysen bleek op financiëel gebied voor de nieuwe pastoor geen goudmijn te zijn. Hij beklaagt zich hierover bij de bisschop van Luik en deze geeft gevolg aan het verzoek van Joannes. Uit het antwoord van de bisschop van 12.11.1620 vernemen wij meer over de inkomsten van de pastoor en ook over de menigvuldige titels van de bisschap van Luik (1 ). Joannes, pastoor te Heythuysen, in het graafschap Horn van het bisdom Luik, had als jaarlijks inkomen slechts 14 maten tarwe. Omdat dit voor het eerzaam onderhoud van een pastoor, in een gebied aan de grens van het bisdom en tegen Holland gelegen, onvoldoende is, mag hij beschikken over een eenvoudig beneficie van de H.Maagd Maria van 9 maten tarwe in de kerk voorzien. Ook mag hij genieten van een ander beneficie, genoemd van de H. Jacobus en Anna, waarvan de pastoor de begever was. Een tweede brief bevestigt de uitvoering van de acte van 1620.
De 19.12.1632 was Jan pastoor te Nieuwstad en in een acte van 18.1.1633 sluit hij een akkoord met de pachters van de genaamde "Goiren Pacht", verbonden aan de kapel van Kessel-Eyck. Hij ziet af van de betaling van de korenpacht en stelt in de plaats vanaf het jaar 1633, de betaling van een som van 10 1/2 Rijksdaalders vast per jaar, te betalen op St.Andries zolang hij leven zal. Tweemaal is hij doopgetuige te Helden van een Petronella. De 19.12.1650 van Petronella (=1.3.2.1 ), dochter van Maes van Knippenberch en Cornelia Janssen en de 20.7.1651 van Petronella (=1.5.9), dochter van zijn jongere broeder Willem en Alitgen Smolders.
Op 25.5.1655 werd Jan de pastoor van Nieuwstad door de vicaris-generaal van Oeveren tot landdeken van Montfoord benoemd. Men vermoed dat de pastoordeken Jan omtrent 1590 geboren werd en hij overleed te Nieuwstad 29.4.16641. Zijn grafsteen (verscholen onder het voorlopig altaar) is versierd met het wapen van Knippenbergh en bevindt zich op het koor van de kerk van Nieuwstad, waaronder hij begraven ligt.
(1) Ferdinand, aartsbisschop van Keulen, Aartskanselier van het Heilige Roomse rijk in Italië, Prins-bisschop van Luik, Paderborn, Munster en Hildesheim, administrator van Berchtesgaden en Stavelot, Paltgraaf van de Rijn, Hertog van de beide Beie,en, Westfalen, enz.