Degha Grotingen

  Algemene notities:

Auke de Vries, Drachten: Hij had in 1511 land te Surhuizum, Eestrum en Augustinusga. Woonde: Surhuizum.
Wietze Tjoelker, Leeuwarden: Deage (Dije, heer Dijcke) wordt genoemd in 1511. Er is dan ook sprake van Deege Gertime stiepdochter die land bezit onder Surhuizum, alsmede van Gerck Grottinge. De familienaam wordt niet gelijk geschreven: Grottinge, Gertinge, Gertime. In 1483 is er sprake van "Wijdt Grottinge land" dat toen geschonken is aan de abt van Gerkesklooster (Plakaat- en Charterboek I).
Mr. D.J. Cuipers: Zie "De Gemeene Dorpsgronden in Oostergo", blz. 14, Het Kadaster van 1511, post 8: Degha Grotingen (Gertingen, Gertnie, Gertime) in Surhuizum behoort klaarblijkelijk tot een familie van welgestelde grondbezitters. Hij verhuurt in Eestrum een sate op no. 8 en no. 7 nog 6 mansmad meeden. Hij heeft in Surhuizum 15 pondematen land en zijn stiepdochter is daar eveneens gegoed; bovendien heeft hij daar voor zich 70 pondematen en ook nog landerijen in gemeenschap met anderen benevens in Augustinusga.
Register van Aanbreng van 1511 blz. 153, post 7 (243): Melchoir Adamsz Steden van den Patroen ende Pastoer 1 fl., VII eckeren Seelandt, VI mansz meden van Degha to Zurhusum II fl. XVI st., 1 stuck Seelandt van Foeckle XXIIJ st., IV eckeren Seelandt van Sittie XVII st., 1 mansz meden self VII st., Totaal V fl. VIJ st.

  Vermeldenswaardige gegevens:

• Woonplaats. Wonende: Surhuizum.

Degha trouwde met N.N.