Arien (Adriaen) Francken Van Den Nes

   Arien was ook bekend als Vlassenbye.

  Algemene notities:

meerderjarig 1 november 1634, won. in de Gebrande Buurt buiten de Sluispoort te Dordrecht,
overl. tussen 1 oktober 1664 en 27 mei 1680.

Op 15 november 1648 was Arien Vrancken te Heerjansdam getuige bij de doop van een kind
van Cornelis Ariense en Mayken Jacobs.
Floris Herbertss. van Kuyl, ‘jonckman’, bakkersgezel wonende binnen Dordrecht achter ‘de
Engelsche kerck’ bij de weduwe van ....... (in de akte niet ingevuld), maar nu ziekelijk te
bedde liggend ten huize van zijn oom Aryen Francken in de ’Gebrande Buyrt buyten de
Sluyspoort’, maakte daar op 3 november 1652 zijn testament. Aan oom Aryen Francken
legateerde hij 400 gld.; ook vanwege ‘sijnen voors. lange tijd aen desselfs Arien Vrancken
hueren’. Aan de kinderen van zijn stiefvader Marcus Janssen, schoolmeester te Fijnaart,
vermaakte hij eveneens 400 gld. Zijn voogd Gerit Janss., wonende in Willemstad, zou 100
gld. ontvangen, terwijl hij zijn resterende nalatenschap vermaakte aan zijn ‘vrienden’ van
zowel vaders- als moederszijde. Oom Aryen Vrancken benoemde hij tot executeur en tot
voogd over zijn minderjarige erfgenamen82. Floris van Cuyl was een zoon van Ariens
halfbroer Herbert van Cuyl Florisz. en diens vrouw Adriaentge Willemsdr., die in 1632 te
Barendrecht waren getrouwd. Zijn moeder hertrouwde in 1640 te Fijnaart met de
schoolmeester Marcus Jansz. Veermans. Op 26 november 1652 approbeerde bakkersknecht
Floris van Cuyl dit testament, dat hij gemaakt had toen hij met de kinderpokken (= gewone
pokken) te bed lag, en voegde hier nog aan toe dat hij zijn ‘moey’, de in Barendrecht wonende
Geertgen Willemsdr., nog 300 Car. gld. uit zijn nalatenschap vermaakte. Bij haar
vooroverlijden zou dit legaat komen aan zijn ‘moey’ Ingentgen Willemsdr. en bij haar
vooroverlijden aan zijn erfgenamen. Indien enkele of alle kinderen van zijn stiefvader zouden
komen te overlijden, zou hun deel in het legaat komen aan Arien Francken. Voor de
Huisarmen te Dordrecht voegde hij een legaat van 14 gld. toe, zodat dit in zijn geheel op 20
gld. zou komen. Tenslotte onterfde hij zijn ‘moey’ Maycken Floris van Kuyl te ‘s-Hertogenbosch, aan wie hij slechts een zilveren ‘ducaton’ vermaakte. Hij ondertekende met
een vrij geoefende hand ‘Floris Herbertsen van Cuyl’
83
.
Op 26 april 1664 compareerden Neeltgen Joosten, weduwe van Bastiaen Huygen,
geassisteerd met haar voor de gelegenheid gekoren voogd Abraham Adriaensen Jeyskoot,
schout van Kijfhoek, en Aryen Francken Vlassenbye, getrouwd met Bastiaentgen Bastiaensdr., Rijck Jacobsen, getrouwd met Neeltgen Jansdr., Aert Duerbouts van Polaen,
getrouwd met Anneken Jansdr., Stijntgen Jansdr., j.d., geassisteerd met haar vader Jan Cornelissen de Groot, en Stijntge Bastiaensdr., j.d., voor haarzelf, allen kinderen en kindskinderen
en erfgenamen van Bastiaen Huygen, en transporteerden aan Cornelis Bastiaensen Man,
heemraad van Heerjansdam, een ‘huysinge, schuyre, berch, erve, boomgaerden’ etc. binnen-
en buitendijks gelegen op Heerjansdam aan ‘den Swindrechtsen Seedijck’84
.
Een akte van 1 oktober 1664 spreekt van de te Dordrecht wonende Adriaen Vrancken
Vlassenbye als administrerend gekoren voogd over de zes weeskinderen van de te Dordrecht
overleden Cornelis Rijcke, waarover de mede aldaar woonachtige Daniel Cornelissen Rijcke
oom en bloedvoogd was85
.
Bastiaentie Bastiaens werd op 27 mei 1680 vanuit het adres ‘bij de Sluispoort’ te Dordrecht
begraven, waarbij aangetekend werd dat zij een weduwe was. Het begraven van haar man
werd te Dordrecht niet gevonden

Arien trouwde met Bastiaenken Bastiaensdr, dochter van Bastiaen Huygenz. en Neeltgen Joostendr, vóór 1640. (Bastiaenken Bastiaensdr werd geboren omstreeks 1612, overleden in Mei 1680 en werd begraven op 27 Mei 1680 in Dordrecht (Grote Kerk).)