Eva Meysters
- Geboren: 3 Mrt 1565
- Huwelijk (1): Hendrick Hendricksz van Dompselaer
- Overleden: 15 Jan 1631 op 65-jarige leeftijd
- Begraven: 24 Jan 1631
Algemene notities:
De Nederlandsche leeuw Door Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde gepubliceerd 2000 Itemopmerkingen: v. 117-118 Een oude plechtbrief uit 1550, na 118 jaar afgelost Een plechtbrief is een gerechtelijke erkenning van een geldschuld. Janna Gerrit Jansdochter leent in 1550 vierhonderd gulden aan Jan ter Brugge met als onderpand zijn huis, staande op de hoek van de St. Jacobssteeg in Utrecht. Indien een dergelijke plecht niet werd afgelost kon deze vordering aan een andere persoon worden overgedragen. Op 20 januari 1624 werd deze plechtbrief door Adriaen Janszn van Wees cum suis overgedragen aan mr. Henrick van Dompselaer. Op 20 September 1668 heeft Nicolaa Both, laatst weduwe van Cornelis van de Water, qualitato qua, off van harentwege, het kapitaal van deze plechtbrief plus acht maanden rente (5 %) voldaan. Mede-erfgenaam van de erfenis van het echtpaar Mr. Henrick van Dompselaer en Eva Meyster was Jonkheer Everard Meyster die, bij de scheiding hiervan, deze plechtbrief verkregen had. Op 7 october 1668 machtigde hij Jonkheer Peter de Rout, zijn neef en Nicolaas de Cruyff, notaris aan het hof van Utrecht, om deze plechtbrief voor het Gerecht van de stad Utrecht te casseren en in de registers te royeren. De akte luidt als volgt: De hypotheek afbetaald Notariële aktes van A. van Brinckesteyn, AT 015a001, folio 45 Op 7 october 1668 compareert voor notaris A. v. Brinckesteyn de Weledele Heer Jonkheer Everhard Meyster als mede-erfgenaam van wijlen Mr. Henrick van Dompselaer en Jonkvrouwe Eva Meyster echtelieden. 't Recht van de verdere erfgenamen bij maeckgescheyt tot de nabestaende plechte verkregen hebbende ende heeft geconstitueert en machtig gemaeckt als hij dede bij dezes de Weledele Jonkheer Peter de Rout, Heere van Ganswijck sijne neef ende Nicolaas de Cruyff notaris aen het hooffs voorschreven (Utrecht) te samen en elcx bijsonder special om te compareren voor de Gerechte der Stadt Utrecht ofte ten secretarie aldaer ende te laten casseren ende ten registers royeren seeckere plechtbrieff van vier hondert gulden capitael bij Jan ter Brugge de twintigste aprilis 1550 van de voorschreven Gerechte ten behoeve van Janna Gerrit Jansdochter, Frans Evertszn Weduwe op sijn huysinge staende op de Zuythoeck van Sint Jacobssteeg gepasseert waertoe de voornoemde Mr. Henrick van Dompselaer van Adriaen Janszn van Wees cum suis den twintigsten januaris 1624 't recht bij transport vercregen hadde, oock om te bekennen 't voorszegde capitael met acht jaeren ende 8 maanden rente daerop tot de twintigste september laetstleden jegens vijf ten hondert verlopen door handen van Nicolaa Both, lest weduwe van Cornelis van de Water qualitato qua off van harent wegen voldaen te sijn en verder alles te doen 't geene tot quytinge en cassatie van de voorschreven plechtbrieff soude mogen requireren. Belovende alles de rato onder verbant ende submissie als naar rechte versoeckende hiervan acte die is dese. Aldus gedaen ende gepasseert binnen Amersfoort voornoemd, ten huyse van de Heere Mr. Godefrey van Meerveen ter presentie van Johan van Meerveen en Daniel Rijckzn getuigen hiertoe versocht.
Eva trouwde met Hendrick Hendricksz van Dompselaer, zoon van Henrick Joostenssoon van Dompselaer en Aeltgen Meys Hollen. (Hendrick Hendricksz van Dompselaer werd geboren omstreeks 1567, overleden in Dec 1640 en werd begraven op 14 Dec 1640 in Buurkerk Utrecht..)
|