Gezin
|
Partners/kinderen:
1. N.N.
|
|
|
Dirk van Hodenpijl
- Geboren: Omstr 1258
- Huwelijk (1): N.N.
Algemene notities:
Vermeld in 1280 en 1301. Grafelijk leenman van het Ambacht Hodenpijl met 66 morgen land, 10 morgen onder Maasland en nog een 'tiende' aldaar.
Vermeld 1280-1301, houdt grond en tienden in Maasland en het Hodenpijl met 66 morgen land in leen van de graaf. NL 1957: Dirk van HodenpQl, genoemd omtrent 1280 en nog eens in 1301, lijkt een bescheiden figuur, zonder veel invloed of ruime middelen. Geen oorkonde immers vermeldt zijn naam en wij kennen hem slechts uit zijn leenbezit, zijnde wat grond en tienden in Maasland en het ambachtje Hodenpijl, met 66 morgen aldaar 7). Zeer oud zal dit laatste niet zijn geweest s), nu het vermoedelijk kort voor dien van Maasland af is gesplitst, evenals het naburige Dorp en het tussen die beide gelegen Schipluiden. Dit suggereert ons tenminste de kaart, waarop de drie kleine, aaneengelegen gebieden als ?t ware uit de noordoosthoek van het grotere ambacht zijn losgemaakt 9). Ook vormden zij samen één parochie, te weten die van Schipluiden, welks kerk een dochter van Maasland was, en daarvan later is gescheiden 10). Een verdere aanwijzing ligt in de grafelijke rekeningen, die ons van drie gerechten, Maasland (18 lb), Hodenpijl (1 lb), en Dorp (1 lb), de bede soms apart opgeven en dan weer als één bedrag (20 lb), onder het enkele hoofd: Maasland 11). In de oudste lijst der riemtalen echter (1351 en ?56) zijn Maasland en Hodenpijl bereids afzonderlijk vermeld, tegen Dorp daarnaast eerst in 1371, en zonder dat voor eerstgenoemd ambacht de riemen gelijkelijk worden verminderd 12). Schipluiden zoekt men er verqeefs, al komt het wel buiten de riemtalen en bedelijsten voor: eerst als een zelfstandige heerlijkheid, het ,,ambacht van Sciplede? dus i-a), maar later als regel verbonden met Maasland, tot in de 16de eeuw 13). De vraag hoe dit onderling valt te rijmen is niet zo dadelijk beantwoord en meer dan één geleerd onderzoeker heeft er een oplossing voor gezocht, die ik niet tot de mijne zal maken. Driessen en later Obreen namen aan dat Schipluiden onder de graaf berustte en nimmer in leen is uitgegeven. Dit kan waar zijn, maar verklaart nog niet, waarom het op de bewuste lijsten nooit voorkomt. Men zie maar naar ,,Scye, ?s gravenambacht?, dat altijd zijn aandeel in die betalingen bijdraagt 13,). Evenmin leert ons het Oude Register dat M a a s 1 a n d al in de tijd van graaf Floris: ,,dikwijls met Schipluiden tot één (werd) gerekend? 14). Protessor Gosses is van mening, dat er omstreeks 1300 nog geen ambacht Schipluiden bestond, maar dat het ,,nieuwe? of ,,jongere ambacht D o r p : ,,ook Sciplede (werd) genoemd?: dat dit Dorp eerst tussen 1316 en ?34: ,,zelfstandig geworden (is) ten aanzien van de bede? en onder het kerspel de Lier ressorteerde: daarnaast heet het noordelijk deel van Maasland dan: in 1316 en 1334 ook nog Sciplede. Een misvatting, dunkt mij, vooral ontstaan, omdat Gosses slechts de bronnen gebruikt, die door Hamaker uitgegeven zijn, en niet de latere, nog ongedrukte rekeningen. Uit deze bleek immers Ij), dat de in 1.334 voor Dorp verschenen bedesom na 1353 w e e r i s v e r d w en e n en dus n i e t aangeeft, wanneer het ambacht op dit punt ,,zelfstandig? is geworden. Dat Dorp ook wel Schipluiden heette, volgt niet noodwendig uit Gosses? bewijsplaats 15a) en komt zelfs in strijd met zijn eigen standpunt inzake de kerspelgrenzen 16). Daarvan staat overigens wel vast, dat maar een klein deel van Dorp tot de Lier behoorde en de grootste helft tot de parochie Schipluiden 16;~). Ofschoon tenslotte de tijns in Maasland inderdaad een post voor Schipluiden bevatte, bewijst dit niet meer dan dat het laatste omstreeks het jaar 1000 met Maasland één gebied heeft gevormd 17). Men zou met gelijk of beter recht kunnen stellen dat Schipluiden rond 1300 aan Hodenpijl identiek is geweest, in plaats van aan Dorp of een deel van Maasland. Een stuk land wordt tenminste in 1320 beschreven als liggende: ,,up dat Wout in dat ambacht van Hodenpijl?, maar twee jaar later als ,,uppet Wout in Scipliederambach?, zonder meer, en dan weer in 1331: ,,up dat Wout in Aernouts ambacht (van) Hodenpijl 173)! Het Oude Register laat evenzeer ruimte voor deze suppositie 15). Liever echter wil ik geloven, dat hier de tijdgenoot zelve met de toponymie in de knoop is geraakt. De constellatie van dit territoir, in publiek-rechtelijk opzicht, blijft daarmee goeddeels een vraagpunt. Wel is het zeker, dat niets er in wijst op een band met het huis van Avesnes, noch met een zijlijn er van of bastaardtak. Ik houd deze streek dan ook bepaald voor de bakermat van de Hodenpijls, wier oorsprong geen raadselen opwerpt,
Dirk trouwde met N.N. (N.N. werd geboren omstreeks 1263.)
|