pijl pijl pijl pijl
Gilgen Rychen
(1586-)
Anna Zryd
(1619-)
Daniel Germann
(1611-)
Margaretha Schranz
(1617-1657)
Martin Peters Rychen
(1640-1680)
Catrin Germann
(1647-1680)
Daniël Rychen
(1677-1737)

 

Gezin

Partners/kinderen:
1. Barbara Wänger

Daniël Rychen

  • Geboren: 16 Dec 1677, Frutigen, Zwitserland
  • Huwelijk (1): Barbara Wänger omstreeks 1704 in Frutigen, Bern, Zwitserland
  • Overleden: 5 Dec 1737, Sappemeer, Borgercompagnie op 59-jarige leeftijd
Afbeelding

opsommingsteken  Algemene notities:

In 1711 verhuisde Daniël van Frutigen, Switzerland, naar Nederland in het "Oberländische" schip (genaamd:Oberland) als " Generaal-Inspecteurr" met zijn vrouw, 3 zonen en 1 dochter, 1- 6 jaren oud. Hij kwam als opzichter van het schip tesamen met Emanuel Abrahams Lötscher en zijn gezin. Zij verlieten Zwitserland tengevolge van de religieuse vervolging van de baptisten daar. Met zijn 'moeder' Catharina Rubij, 67 jaar, en zijn 'zuster' Magdalena Rubij, 26 jaar, wijngaardeniers eerst naar Deventer, dan via Kampen naar Groningen/Sappemeer. Blijkens de verdeling van zijn erfenis gewoond in Borgercompagnie. Op 5 mei 1737 waren blijkens een akte van voogdijschap Daniel en Barber overleden; er waren toen nog 3 minderjarige kinderen, die bij de 'volwassenen' mochten blijven wonen. Van 1712 tot 1736 was Daniël ouderling bij de Zwitserse Doopsgezinden (Baptisten) Gemeente in Groningen.

Het gezin behoort tot de zogenaamde "Zwitserse Doopsgezinden", die in 1711 omwille van hun geloof Zwitserland verlieten en met boten de Rijn afzakten om naar Nederland uit te wijken.

In 1711vestigt zich een groep van 125, oorspronkelijk uit Zwitserland afkomstige, ortodoxe doopsgezinden in Groningen. Een eerste groep is eral in 1694. Hun vermaning is een woonhuis in de Paltzersgang (Muurstraat 28).

De Doopsgezinden zijn ontstaan rond 1525, eerst in Zwitserland, daarna via Duitsland en Frankrijk ook in Nederland, waar vanaf 1530 gemeenten bestaan. Deze werden in de 16e eeuw wegens hun radicale, geweldloze en bijbelse houding zowel door de overheid als door andere (staats-)kerken onderdrukt. Vanaf de 17e eeuw konden ze als dissenters deelnemen aan de samenleving. De doopsgezinden voelen zich een radicale tak van de reformatie, en werken van harte mee binnen de oecumene. Wereldwijd voelen ze zich verbonden met broederschappen in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland, in Canada en de USA en in groeiende mate in gebieden buiten Europa en Noord Amerika
Gezien de congregationalistische karakter van de doopsgezinde broederschap legt de ADS (Algemen Doosgezinde Sociteit) geen leerstellige verplichtingen op. Wel is er een voortdurende discussie over kwesties van belijden, maatschappelijke betrokkenheid en met zekere regelmaat over liturgie.

Het is genoegzaam bekend dat de oorsprong van het anabaptisme in Zwitserland ligt en dat de wederdopers aanvankelijk leerlingen en medestanders van Huldrych Zwingli in Zürich waren. De definitieve breuk tussen zijn volgelingen en hem voltrok zich waarschijnlijk op 21 januari 1525; dat gebeurde in een gebeds­samenkomst, die aan een huisgemeente doet denken. Een twintigtal mensen was bijeen in het huis van de moeder van Felix Mantz. Zij bogen hun knieën voor de hoge God in de hemel en hebben Hem aangeroepen als een kenner der harten en gevraagd of Hij hun wilde geven Zijn goddelijke wil te volbrengen. Na het gebed stond Jörg Blaurock op en heeft om Gods wil gevraagd of Conrad Grebel hem wilde dopen met de ware christelijke doop op zijn geloof en belijdenis. Jörg Blaurock werd als eerste door Conrad Grebel gedoopt en heeft vervolgens op hun verlangen alle anderen gedoopt. Zo ontstond de eerste doopsgezinde gemeente. In het buitenland worden de doopsgezinden als Mennoniten aangeduid. Zij noemen zich naar de Nederlandse ex-priester Menno Simons, die in 1536 tot de gemeente toetrad en die in 1539 een geloofsleer publiceerde: Dat Fundament des Christelijkcken Leers doer Menno Simons op dat aldercorste geschreven.

In Zwitserland werden de Doopsgezinden vervolgd. De vervolging begon al in de 16e eeuw en wel in de eerste plaats in de Zwingliaanse kantons. In de 18e eeuw namen de praktijken tegen hen gruwelijke vormen aan: zij werden opgejaagd en opgesloten. Martelingen waren geen uitzonderingen en vele van deze Doopsgezinden werden zelfs ter dood gebracht terwijl anderen voor de galeien verkocht werden. Hun goederen werden verbeurd verklaard. Door het ingrijpen van de Nederlandse Staten-Generaal op aandrang van de hoogst verontruste Doopsgezinden in ons land, kregen enkele honderden geloofsgenoten in 1711 verlof om met vrije beschikking over hun goederen Zwitserland te verlaten. Deze groep kwam naar Nederland in vier schepen. Na hun aankomst in Amsterdam werden zij over verschillend Doopsgezinde gemeenten in ons land verspreid.

Afbeelding

opsommingsteken  Vermeldenswaardige gegevens:

• Beroep: Leeraar/Landman in Frutigen, Berner Oberland, Zwitserland.


Afbeelding

Daniël trouwde met Barbara Wänger omstreeks 1704 in Frutigen, Bern, Zwitserland. (Barbara Wänger werd geboren op 16 Dec 1680 in Frutigen, Zwitserland en overleed op 4 Mei 1737 in Borgercompagnie.)




Startpagina | Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst

Deze webpagina werd gemaakt op 10 Mei 2024 met Legacy 9.0 van MyHeritage; inhoud copyright en onderhouden door aprins@hotmail.com