Gezin
|
Partners/kinderen:
1. N.N.
|
|
|
Nicolaas van Bentheim
- Geboren: 1220
- Huwelijk (1): N.N.
Algemene notities:
Nicolaus Boudekini (Nicolaus Bogdekins Sohn),borgman te Bentheim,later ingetreden in de JohanniterOrde,overleden na 1 mei 1279,trouwde N.N.
Hij kan worden beschouwd als de stamvader van het geslacht Van Schonevelde; zelf komt hij echter niet met deze naam voor.
Voor het eerst wordt hij vermeld op 17 september 1254 als ?Nicolaus filius Boudekini castellanus noster? als getuige voor Otto graaf van Bentheim. Hij was dus een zoon en borgman van graaf Boudewijn. (Boudewijn, graaf van Benthem, burggraaf van Utrecht, vermeld 1203-1247, overleden voor 9.5.1248. Begraven klooster Wietmarschen. Trouwde Jutta (van Limburg), waarschijnlijk dochter van Walram IV, hertog van Limburg (Trouwde 1. Kunegonde van Lotharingen en trouwde 2. Ermesinde gravin van Luxemburg), overleden na 23.4.1246 en voor 9.5.1248. Begraven in het klooster Wietmarschen).
R.vom Bruch noemt de stamvader van dit geslacht een illegitieme zoon van Boudewijn/Boldewijn,graaf van Bentheim,vermeld 1203 tot 1247 ,die ook als ?Bodekinus comes de Benthem? resp. ?Boidekinus de Benthem? voorkomt .
Zoals O. Roemeling in Nederlandsche Leeuw 1992 aangeeft gebruikte ook Ludolf van Schonevelde hetzelfde wapen binnen het wapenschild. Voor Roemeling is dit aanleiding om te veronderstellen, dat Ludolf van Schonevelde, die een zoon was van Nicolaes Boudekinus mogelijk een bastaardzoon was van graaf Boudewijn van Bentheim.
Daarin wordt hij ondersteund door een aantal actes: 17 september 1254 als getuige voor graaf Otto van Bentheim treedt op ?Nicolaus filius Boudekini, castellanus noster?. Dezelfde Nicolaus Boudekini is tweemaal getuige in een acte van Hako van Hardenberg, in 1259 en 1263.
5 juni 1277 getuigen voor Egbert graaf van Bentheim ?Nicolaus filius Boydekini et Ludolphus filius ejus dictus de Sconevelde? (Nicolaus zoon van Boydekini en Ludolphus zijn zoon genaamd van Sconevelde). 1 mei 1279 getuigen frater Nicolaus filius domini Boydekini en Arnold van Dedem. Volgens Roemeling vormen deze gegevens sterke aanwijzingen, dat met heer Boudekinus wellicht bedoeld werd Boudewijn graaf van Bentheim, de (groot)vader van genoemde graaf Otto en graaf Egbert, en de aanwijzingen daarvoor zijn tamelijk sterk.
Volgens Edel was Nicolaus als Bentheims borgman gegoed in de grote Itterbeker marke, hetgeen hem aanleiding gegeven zal hebben tot de bouw van een riddermatig gebouw aan de Wilsumer grens. Als hij daarmee Schonevelde bedoelde, lijkt mij dat de vraag. Schonevelde is eerder door huwelijk met Nicolaus? zoon Ludolphus aan het geslacht gekomen.
Als getuigen voor Egbert graaf van Bentheim komen 5 juni 1277 o.m. voor ?Nicolaus filius Boydekini et Ludolphus filius ejus dictus de Sconevelde? (Nicolaus zoon van Boydekini en Ludolphus zijn zoon genaamd van Sconevelde). Kort daarop is hij blijkbaar ingetreden in de JohanniterOrde: op 1 mei 1279 zijn getuigen bij een verkoop aan de Johanniter commanderij te Steinfurt o.m. ?frater Nicolaus filius domini Boydekini? en Arnold van Dedem. Graaf Otto V van Bentheim trad ? na 11 november 1268 ? tot de Duitse Orde toe. Edel stelt het jaar van intreden voor beiden op 1279. Nadien vond ik hem niet meer vermeld. De naam van zijn vrouw is onbekend.
Johan van den Clooster, die - opnieuw naar het artikel van Roemeling - trouwde met Agnes van den Rutenberg, een dochter van Steven I van den Rutenberg, gebruikte in 1341 het wapen, dat ook door Ludolf van Sconevelde (maar ook door Steven van den Rutenberg) werd gevoerd. Het onderscheid bij Rutenberg zit in de toevoeging van 6 lelies in de schildzoom, door Roemeling beschouwd als 'breuk' met het wapen Bentheim. Opmerkelijk is, dat zowel het wapen van het geslacht van den Clooster als van den Rutenberg afgeleid lijkt te zijn van het wapen van de graven van Bentheim. Het is de vraag, of Johan van den Clooster dit wapen voerde als nazaat van Nicolaus Boydekini, of dat hij het door zijn huwelijk met Agnes van den Rutenberg heeft aangenomen.
Uit dit huwelijk werden - volgens J.W. Schaap - tenminste drie zonen geboren: Reynold, Steven en Boudewijn van den Clooster. Van hen was Boudewijn van den Clooster getuige bij het huwelijk in 1378 van zijn achternicht Jutte van den Rutenberg met Johan Mensinge van Haren.
Vermeld 1254-1279, borgman te Bentheim, later ingetreden in de Johanniter Orde, tr. N.N. (o.a. Oorkondenboek van Overijssel, Mr G.J. Ter Kuile 1967 ( 1254 en 1262 ) Vaak wordt aangenomen dat Nicolaus Boudekini een illegitieme zoon was van Boudewijn van Bentheim. Dit kunnen we dus niet met zekerheid zeggen. Toch zijn de aanwijzingen nogal sterk.
In het jaar 1275 wordt er ook een burgman van Nienburg genoemd onder de naam Mattheus. (Ook zonder achternaam) (Muensterische Urkundensammlung Niesert 1834 blz. 54)
Nicolaus filius (domini) Boudekini. Zijn vader moet dus een heer Boudekin zijn geweest. Vom Bruch noemt de stamvader van dit geslacht een illegitieme zoon van Boudewijn / Boldewijn graaf van Bentheim (vermeld van 1203 tot 1247, die ook als Bodekinus comes de Benthem resp. Boidekinus de Benthem voorkomt) Hij was borgman van Bentheim, dat zou kunnen aangeven dat hij geen wettige zoon was.
Er is nog geen zegel van Nicolaus Boudekini gevonden. Echter, Ludolphus, zijn zoon, zegelde met het wapen Bentheim binnen een schildzoom! Zijn zegel hangt naast dat van graaf Egbert van Bentheim, wiens borgman hij was. (OBGD 191.)
Conrad von Horne verkauft auf dem Schlosse Bentheim den geistlichen Brüdern in Steinford seine Güter in der Marke Dreschusen in kirchspiel Rheine welche er von dem Grafen Otto von Tekeneborg gefreiet hatte, für 47 Münstersche Marken. Zeugen waren: Ludolph von Sconvelde, Bruder Otto, vormals Graf von Bentheim, Sohn des H. Boidekin, Arnold von Dedem, Wilhelm Vot Arnold Bastun 1379 auf Philippi und Jacobi. (Muensterische Urkundensammlung Niesert 1834 blz. 60) (Gezien de plaats in het oorkondenboek zal het jaar 1279 beterop zijn plaats zijn. Drukfout dus.)
De generaties na Ludolphus voeren echter een geheel ander wapen: in rood een molensteen van goud. Edel oppert de mogelijkheid dal het is ontleend aan de molensteen van de oude watermolen bij het Huis Schonevelde te Wilsum in Bentheim.
17 september 1254 als getuige voor Graaf Otto van Bentheim treedt op Nicolaus flius Boudekini, castellanus noster. Dezelfde Nicolaus Boudekini is tweemaal getuige in een acte van Hako van Hardenberg, in 1259 en 1263.
5 juni 1277 getuigen voor Egbert Graaf van Bentheim Nicolaus filius Boydekini et Ludolphus filius ejus dictus de Sconevelde (Nicolaus zoon van Boydekinus en Ludolphus zijn zoon genaamd van Sconevelde).(OUB III 590; Johannes Henricus Jungius, Historioc antiquissimac comitatus Benthemiensis libri tres, codex dipl. (Hannover/Osnabrück 1773), cod. dipl. p. 86; zie de opmerking daarover door Prinz p. 110; OBGD 983.)
1 mei 1279 getuigen voor Egbert: frater (!!!) Nicolaus filius domini Boydekini en Arnold van Dedem. (OUB III 654.)
http://gw5.geneanet.org/index.php3?b=stanny1&lang=nl;p=nicolaus;n=boudekini+graaf+van+bentheim
Nicolaas trouwde met N.N. (N.N. werd geboren in 1220.)
|