Arnold van Schonevelde
- Geboren: 1294
- Huwelijk (1): Elisabeth N.N.
Algemene notities:
Arnoldus van Schonevelde,vermeld vanaf 1318,+ kort vóór 17 januari 1398,trouwde een eerste keer vóór 20 januari 1336 Elsabe N ; trouwde een tweede keer vóór 24 december 1353 met Rensike von Hörstel,+ na 20 januari 1381, dochter van Engelbert von Hörstel en Gertrud (Gese) von Bramhorn.
Wordt 1 juni 1318 als de oudste zoon van de voorgaande genoemd en komt vervolgens 20 januari 1326 voor als getuige van graaf Johan van Bentheim. In 1327 is hij betrokken bij moeilijkheden tussen graaf Johan voornoemd en Jonker Ludolf van Steinfurt. Bisschop Johan van Utrecht doet op 15 januari 1328 uitspraak. Sprake is o.m. ?van den renderen ende van den perden, de her Matheus van Sconevelde, riddere, Arnd Paschedach, Gherard Sconelo ende Claus van Beveren ghenomen siin? en ?van den brande, de Arnd van Sconevelde ende Sweder van Bretlar ghedaen is ?? op Vogelsang resp. Bretlar.
Onder de vele bepalingen zijn voor ons van belang: Arnd van Schonevelde, elders ook Arnd Heren Claus Zoene, mag de 5 mark die Ludolf van Steinfurt hem schuldig is, afhouden van wie hij in pand heeft; Ludolf van Steinfurt moet de aan de lieden van Arnd ontnomen runderen betalen naar hun opgave of naar die van hun knechten; Claus van Beveren en Arnd moeten vergoeden wat zij aan vee en huisraad aan de lieden van Ludolf hebben ontnomen; de schuldbekentenis van Ludolf van Steinfurt, die Claus en Arnd hebben, moet door deze betaald worden; Ludolf van Steinfurt en Arnd moeten zich houden aan het zoenverdrag betreffende Arnd?s vader, heer Niclaus van Schonevelde; de schout van Ludolf van Steinfurt moet volgens landrecht de runderen en paarden,ontnomen aan Matheus van Schonevelde, ridder, vergoeden;
- de brandschade van Arnd van Schonevelde zal door Ludolf van Steinfurt worden verhaald op Johan van Welen; als dit mislukt, mogen zij hun schade verhalen waar zij willen; - Arnd van Schonevelde en Claus van Beveren zullen 24 juni a.s. van de bisschop 60 mark Munsters ontvangen daar hij hun recht niet precies kan nagaan.
Onder de bekrachtigers aan de zijde van de graaf Johan van Bentheim bevindt zich heer Matheus de Sconenveld, ridder. Zijn bezit was uitgebreid. In 1333 verkoopt Arent Schonevelt voor de richter te Oldenzaal en onder het zegel van graaf Simon van Bentheim de Steenhof te Volte, het huis te Stegen, het erve ten Velde en twee katersteden Blanckevoert en Wellincrot met waardelen, land en lieden te Reutum voor 100 mark en 61 Brabantse denariën, terwijl Arnold van Schoneveld, borgman van graaf Simon,op 25 november 1335 van deze als allodium overgedragen krijgt het bovengenoemde leengoed Woltbertine in de mark Lemselo in het kerspel Oldenzaal in ruil voor het huis Logherinc in Bentlage in het kerspel Rheine .
Hieruit blijkt naar mijn mening overigens dat de inschrijving in het leenregister van graaf Otto terug moet gaan op een oudere inschrijving ? ook ouder dan het leenrevers - ,dus duidelijk dateert van vóór 1332 omdat Woltbertinc sedert 1335 geen leengoed meer is doch allodiaal goed en het revers van 1332 ? op twee ontbrekende namen van hoeven na - overeenstemt met de inschrijving in het leenregister. Bovendien wordt Woltbertinc met vijf horigen door Arnold, knape, zijn vrouw Elsabe en hun kinderen Clawes en Margreta op 20 januari 1336 voor 81 Brabantse penningen verkocht.
In 1335 wordt de erve Wolbert genoemd in een verkoop/ruil-akte. Simon, de graaf van Bentheim, verklaart daarin dat hij aan Arnold Sconeveld verkoopt het huis Wolbertinc in de marke Lemselo in het kerspel Aldenzale, dit in ruil voor het huis Longherinc te Overbentlage, kerspel Rhein. Deze akte uit 1336 waarin Arnold van Sconeveld het Wolbert weer verkoopt, is interessanter vanwege de inhoud: ?Arnolde van Sconevelde, knape en Elsche min eijghte wyff, Clawes onze sone en Margarete onze dochter en al mijn reghten erfgenamen doet kundig Int jaar onses Heer dusent drei hondert secs en dertigh...allen den de dezen breef seen solen oft horen leesen en betoghedet openbare in deze scrift dat wi eijnspraghtlike mit willen ende mit volborde al onser reghten erfgenamen verkooft hebbet rethelike ende redelike Geerde van Dulre ende Lamberte den Stengere en haren reghten erfgenamen onze hues dat gheheeten is te Walbertinc gheleegen in der marcke te Lemeslo in den Kerspele too Aldenzale mit toerve, mit tvighen, mit warschapen en mit aller slaghter nuet alijd alset gheleghen is ende dar to horet en anderlike mit vijf Luden also Geerde, Engelen, Ecberte, Anselen en Dahen. omme eijn ent aghtentigh marck brabantzgher pennighe genghe ende gheue, de ons mit eren betalent sijn in reden pennighen van Geerde ende Lamberte vorghenoemt ewelike ende erflike vor cijn reijght doren eijghen to besijttene en te brukene en wi vorgenoemde hebbet dat vernaemde hus mit aller slaght nuet also als hir voghezeget is Geerde en Lamberte vorgenoemt to erve erfgenamen behof opghedraeghen in den gherighte tot Aldezale der et inne gheleeghen is vor Meijer Arnolde righte dar selves in eijnen hegeden heijmale. En draeghedet em op in desen iegenwerdighen breeve ende solen Geerde ende Lamberte vorgenoemt ende eren reghten erfgenamen wi ende onse reeghte erfgenamen des vornoemden huses mit aller slaght nuet also alset gheleghen is en alst hirovergheseget is waren ver. sijn reijght vrieijghen wo men eijne vrighen eijghens van reijghte sal waren. Also alse wi ghelovet hebbet ende lovet vastlike in desen breve te leestene. In orkunz al deser vornoemden stucke so hebbet Arnolde van Sconeveld vorgenoent desen breef ghegheven ende beseghelt mit mines selves in ghesgele vor mi, vor min wijff, vor mine kinder en vor al mine reghten erfgenamen in eijne ewighe vestnisse en starkgheijt gescheen ende ghegheven. Int jaar onses Heer dusent drei hondert secs en dertigh op Sente Fabians ende Sebastians, daag tvijer heijligen Martelare. Dar over in anwez. Wighman van Eghene ende Geert van Keppele, knapen, Geert Snoijer en Ludiken Vogel schepen van Aldenzale en anders bederver Lude ghenogh?. Het komt in het bezit van Geerdt van Dulre en Lamberte den Stengere. Ze kopen het erf inclusief de vijf bewoners: Geert Engelen, Ecberte, Ansele en Dahen. Zo ging dat vroeger! Het Wolbert kon volledig in zijn eigen behoeftes voorzien. Het had zijn eigen turf, belangrijk in de tijd zonder steenkolen en olie, en het had zijn eigen twighen (twijgen) noodzakelijk voor het optrekken van de muren van de behuizingen. Men maakte een vlechtwerk van wilgetakken en bestreek dat met leem. In 1430 verkopen Gerlich Nijenhuis en Geze zijn vrouw de helft van Wolbert aan Evert ter Scuren die het op zijn beurt in 1434 verkoopt aan Johan Woltkaten. Al deze kopers en verkopers waren alleen eigenaren, geen bewoners. Dat waren de horigen op het erf, die bij een verkoop mede werden overgedaan. In januari 1440 verkoopt Gerlich Nyehuis de helft van het erf aan de 'Raadluiden en Provesoren van den Heiligen Geest te Oldenzaal'. Ook de andere helft komt later in het bezit van deze liefdadigheidsinstelling, de voorganger van de latere, reeds eerder genoemde Armenstaat. Bij de belastingaanslag van 1475 wordt het erve Wolberting aangeslagen voor twee schilden, dat wil zeggen ongeveer 60 stuivers = 3 gulden. De hoogte van deze aanslag was een maat voor de rechten die het erf bezat in de marke zoals het aandeel in de gemeenschappelijke markegrond (onbewerkte grond) en zeggenschap in het Markebestuur. De belastingaanslag in 1601 leert ons dat het niet zo goed gesteld is met het erve Wolbert. Het is de tijd van de 80-Jarige oorlog en veel boerderijen zijn onbewoond of worden slecht bewerkt. De omschrijving van de boerderij bij deze belastinginning luidde : Wolbert, wort durch eene arme weduwe bewoont, heeft middelbaers landen, 1 mudde, 1 schepel an lege waterige landen, 1 mudde, 1 schepel an olthovige land, 3 mudde, 1½ dach maet gronlanden. Verklaring van woorden : Middelbaersland: middelmatig land, tussen goed en slecht in. Lege waterige land: laag waterig land. Olthovig land: reeds lang tot het erf behorende grond. 1 mudde is 4 schepel, ongeveer 0,4 ha. 1 dagmaat is 1 dag maaien, ongeveer 0,6 ha. Het totale oppervlakte aan bewerkte grond was dus toen ruim 3 ha.
Op 23 juni 1348 verklaart Simon van Deden namens Arnold van Sconenvelde en vier anderen 60 mark schuldig te zijn aan graaf Hendrik van Solms, heer van Ottenstein. Prinz wijst er overigens op dat de ? Stammhof? , de curtis to Sconenvelde, in de 14de eeuw in leen werd gehouden van de heerlijkheid Ottenstein; later is het een leengoed van het bisdom Utrecht.
Op 20 februari 1353 belooft Arnold zijn leven lang niets te zullen ondernemen tegen bisschop Johan van Arkel en zijn eigen lieden. Als getuige wordt hij vermeld in 1362. Op 4 september 1373 wordt te Deventer een brief met klachten van Arend van Sconevelde ontvangen, op 14 september 1373 wordt het antwoord aan Bentheim verzonden.
Het leenregister van graaf Otto VI van Bentheim (1346-1364) noemt als eerste leenman Arnold van Schonevelde die ?holdet van der herschap van Bentheim to lene syne herberghe (herberghe kan betekenen ?feudum castrense?, de geheten is to den Vogelzange (buurschap bentheim;behoort ook later nog tot het zogenaamde Schoneveldse borgmannenleen van de familie van Beveren), ende dat huys to der hetlage (= hof Lütter auf der Heilige te Bentheim) in den kerspele to Bentheim, dat huys to der Horst in den kerspele van Gilhus (= waarschijnlijk de hof Horstman in de buurschap Sieringshoek die evenals Vogelzang later Bevern?s leengoed was).
Nota uit het Gericht Uelsen - buurschap Wilsum (over Arnd van Schonenvelt). Dat huys to Schonenvelde. Item den Voegedinchhoff. Item dat huys toe Gaedeberdinck. Item dat Broeckhuys. Item dat Namencoet, gelegen in der buerschap toe Wilsem in den kerspell tot Ulsen. 1398 jan 16 (BB fol 36) Gheryt van Essen als erfgenaam van zijn grootvader Arnd van Schonenvelt. 1433 aug 2 (BC fol 8) Henrick van Essen na opdracht door zijn vader.
•Dat huys toe Schoenevelde. Item dat Broeckhuys. Item dat huys toe Voegeding. Item dat Nannenkote, --- in der burscap van Wilsem in den kerspel van Ulsen. 1457 apr 21 (BD fol 26v)
We mogen op grond van deze gegevens concluderen, dat de knaap Henric van Essen geboren zal zijn voor 1330, en ik heb al eerder betoogd, dat ik hem identificeer met de later genoemde Henric van Essen de oude, die gehuwd was met Margaretha van Schonevelde, dochter van Arnold van Schonevelde. Margaretha wordt al genoemd in een acte uit 1336, samen met haar broer Claes en de kinderen van Arnold van Schonevelde en Elsken. Uit andere gegevens is mij bekend, dat Arnold van Schonevelde voor 1318 is geboren, en in dat jaar ook al een broer Nicolaes en een zuster Jutte heeft, maar hij zal niet erg ver voor 1330 zijn getrouwd. Voor Margaretha lijkt een geboortejaar omstreeks 1330 vrij aannemelijk, zodat het heel goed mogelijk is, dat zij omstreeks 1350-1360 haar eerste kinderen kreeg met Henricus van Essen.Als we voor hem aannemen, dat hij geboren is omstreeks 1320-1330, en overleed in 1387 (waarover weinig twijfel is), dan was hij van een jongere generatie als Ridder Henricus van Essen, die ik daarom voor zijn oom hou op grond van de hiervoor genoemde acte uit 1353 van Sweder van Voorst.
Mede gezien de namen van de kinderen van Henricus van Essen en Margaretha (namelijk Gherijt (Gerrit) , Henric en Hille) lijkt het aannemelijk, dat zijn vader Gerd van Essen was, van wie mogelijk nog in 1326 een melding bestaat. Daarmee zijn ridder Henric van Essen en Gerard van Essen broers, zonen van vermoedelijk Henricus van Essen. Als een aanvaardbare schatting neem ik aan, dat Ridder Henric van Essen geboren werd circa. 1290, overleden circa 1355. Met wie ridder Henric van Essen gehuwd was, is mij niet duidelijk geworden, maar tot zijn zonen mogen we rekenen Evert van Essen en Henricus van Essen, voor het eerst vermeld in 1359. Zij zullen geboren zijn circa 1330-1340. De eerste was duidelijk de oudste van beiden, en hij huwde voor 1365 met Margaretha Radinc van Eerde. Dit huwelijk bleef kinderloos, en na het overlijden rond 1382 van Evert van Essen is er flink wat te doen geweest over de nalatenschap en het goed Eerde, dat kort daarvoor door de bisschoppelijke legers met de grond was gelijkgemaakt. Margaretha van Eerde overleed circa 1404. http://gw5.geneanet.org/index.php3?b=stanny1&lang=nl;p=arnoldus;n=van+schonevelde
Arnold trouwde met Elisabeth N.N. (Elisabeth N.N. werd geboren in 1294.)
|