pijl pijl
Johan Francoisz Van Bodegom
(1514-1581)
Margaretha Dirkse Godscalendr
(Omstr 1515-vanaf 1573/1580)
Frans Jansz Van Bodegom
(1544-1604)
N.N.
(Omstr 1549-)
Frans Frans van Bodegom
(Omstr 1570-1638)

 

Gezin

Partners/kinderen:
1. Grietje Jorisdr

Frans Frans van Bodegom

  • Geboren: Omstr 1570
  • Huwelijk (1): Grietje Jorisdr omstreeks 1600
  • Overleden: 1638, Hekelingen ongeveer 68 jaar oud
Afbeelding

opsommingsteken  Algemene notities:

grondbezitter in Spijkenisse en Simonshaven.
Frans van Bodegom is een niet onaanzienlijk grondbezitter, waarschijnlijk oefende hij het boerenbedrijf uit.
In 1622 stellen Pieter Frans van Bodegom en Anna van Bodegom een vordering tegen Frans Frans van Bodegom, wonende in de jurisdictie van Hekelingen in . Zij voeren aan dat zij de enige erfgenamen zijn van wijlen Frans van Bodegom hun vader, die grondbezit had in het hongerlandonder Hekelingen, en dat hun natuurlijke broeder Frans van Bodegom, terwijl zij nog minderjarig waren en niet voor hun belangen konden opkomen dit land had geoccupeerd zonder recht of titel: tot haar mondige dag gecomen vorderen zij dit bezit thansvoor schepenenop, nadat zij reeds tevergeefsvoor het Hof van Holland hadden geprocedeerd. Frans van Bodegom voert verweer en stelt een tegeneis in. Het proces eindigt met een afwijzing van de vorderingen conventie en reconventie, zulks nadat de schepenen rechtskundig advies hadden ingewonnen.
In 1627 koopt hij van Anna van Bodegom haar wooninge ende landen in Putten gelegen voor 7000 ponden.
In 1630 draagt Pieter van Bodegom hem een leen op in het Ambagt van Brabant (onder Putten).

:Het geslacht van Bodegom zette zich voornamelijk voort in de persoon van Frans Fransz. van Bodegom. Gesuggereerd wordt dat Frans Fransz. van Bodegom een onwettig kind zou zijn. Een aanwijzing daarvoor is dat hij, voor zover kan worden nagegaan, zijn vader in geen enkel leen opvolgde.
Voor zijn legitimiteit pleit weer, dat Frans bij het geschil tussen de familie van Frans van Bodegom Sr. en Gerrit van Backum, de tweede echtgenoot van diens weduwe, zonder meer tezamen met zijn halfbroer Gerrit wordt vermeld als een kind van Frans van Bodegom, en dat de vordering van zijn halfbroer en halfzuster, in 1622 tegen hem ingesteld, wordt afgewezen. Dit terwijl deze vordering was gebaseerd op de stelling dat Frans zich erfgoederen zou hebben toegeeigend, waartoe hij als onwettige zoon niet gerechtigd zou zijn. Voorts is het ook opvallend dat Frans Fransz. in diezelfde, zo niet betere, maatschappelijke situatie verkeerde als zijn vader en zijn halfbroer Pieter. Hij koopt ook belangrijke goederen van zijn halfzuster Anna. Zijn halfbroer Pieter treedt voorts op als borg voor en voogd van de kinderen van Frans. Op 27 juni 1637 tekende hij een akte verleden voor notaris Spoors te Delft met het duidelijke regelmatige handschrift van een ontwikkeld man. Tot nu toe is omtrent een eerder huwelijk van zijn vader Frans niets gevonden. Trouwens ook het huwelijk van Frans van Bodegom met Francoise van Roon, dat omstreeks 1585 zal zijn gesloten, is nergens in de officiële bronnen, die in die tijd nog schaars zijn, gevonden. Wellicht zou het archief van de Heren van Rhoon en Pendrecht, dat vele gegevens bevatte betreffende het geslacht van Roon, hier licht hebben kunnen verschaffen. Dat archief is echter in de meidagen van 1940 te Rotterdam teniet gegaan.
De welstand waarin Frans Fransz. van Bodegom zich mocht verheugen, werd door zijn nakomelingen niet gedeeld. Zijn kinderen verkeerden waarschijnlijk, dank zij hun erfdeel, nog in redelijke goede doen; zijn oudste zoon Cornelis en ook diens zoon Frans hadeden zitting in de schepenbank van Spijkenisse. Het oorspronkelijke bezit zal daarna versnipperd zijn door kinderrijkdom.
De leden van de tak die te Spijkenisse gevestigd bleef, worden in de gerechtelijke archieven van de 18e eeuw nog slechts zelden vermeld, aannemelijk is dat deze tegen het einde van de 18e eeuw over de gehele linie in bescheiden omstandigheden leefde.
Deze tak zette zich ook in de 19e eeuw in ruime mate voort en telt ook nu nog vele vertegenwoordigers. De tak die zich me4t Arie Ariensz. van Bodegom, een achterkleinzoon van Frans Fransz., vestigde in Westmaas en daarna in Oud-Beierland en Strijen, bleef wat langer in enig aanzien. Arie Ariensz. van Bodegom was schepen in Westmaas en functie die hij zal hebben gekregen als schoonzoon van Simon Anthonisz. van der Ko(o)y, die aldaar jarenlang als schepen optrad. Omstreeks 1707 beleefde hij een financieel debacle; zijn goederen werden verkocht en hij moest opnieuw beginnen op heel wat kleinere schaal. Zijn zoon Cornelis bracht het nog tot schepen van Oud-Beierland. Zijn kleinzoon Arie vestigde zich als bouwman te Noordgouwe en was daar gegoed. Diens zoon Gillis volgde hem echter niet op de boerderij op, bij zijn vroegtijdig overlijden op veertigjarige leeftijd in 1813 wordt Gillis vermeld als "matelot des Douanes imperiales", een nederige en in die tijd ongetwijfeld weinig populaire functie. Hij liet zijn vrouw met vier jeugdige dochtertjes achter, met hem stierf deze "Zeeuwse" tak van van Bodegom waarschijnlijk uit.
Frans Fransz. van Bodegom is geboren vóór 1580, overleden te Hekelingen in 1638. Hij is getrouwd met Grietje Joris die in 1633 in Hekelingen is overleden. Zij was vermoedelijk een dochter van Joris Jobs.


Afbeelding

Frans trouwde met Grietje Jorisdr, dochter van Joris Jobs N.N. en N.N., omstreeks 1600. (Grietje Jorisdr werd geboren omstreeks 1570 in Hekelingen en overleed in 1633 in Hekelingen.)




Startpagina | Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst

Deze webpagina werd gemaakt op 10 Mei 2024 met Legacy 9.0 van MyHeritage; inhoud copyright en onderhouden door aprins@hotmail.com