Vranck Gijsbrechts Van Den Nes

  Algemene notities:

Boer op een hofstede op de Nes onder Rijsoord 1557, 1561, taxateur van de 10e penning van Rijsoord en Strevelshoek 1557, schepen van Rijsoord 1562, wonend aan de Drogendijk onder Ridderkerk omstreeks 1570. Eigenaar van 4 morgen en 4 hond weiland te Rijsoord 1561. Eigenaar van 12 morgen wei/zaailand in poldertje in de Waal ten Oosten van Rijsoord 1561.
Overleden tussen 7 jun 1572 - 8 aug 1576.

K.J.Slijkerman publiceerde over het geslacht Van den Nes in Kronieken, 1999 nr.4 en 2000 nrs.1,2 en 3. De meeste gegevens betreffende dit geslacht zijn aan deze publicatie ontleend.
Franck Ghijsbertss. van den Nes was op 3 februari 1553 44 jaar oud. (GA Dordrecht RA inv.nr.698, fol.163v, akte 641)
In een op 17 juni 1572 eveneens te Dordrecht opgemaakte akte legde hij ca. 62 jaar oud zijnde een verklaring af. (RA inv.nr.729, akte 215)
De oudste vermelding is als Vranck Ghijsbertss in het kohier der Tiende Penning van Hendrik Ido Ambacht over 1542, toen hij werd aangeslagen voor percelen van 7 en 4½ morgen. (ARA Archief Staten van Holland v©³©³r 1572, inv.nr.237)
In het enige andere bewaard gebleven penningkohier (uit 1561) over H.I.A. wordt Vranck genoemd als eigenaar van 2½ hond boomgaard "opten Nesse" met een daarop staand huis, dat door hem was verhuurd aan Jan Ariaensz. Bommel. (ARA Archief Staten van Holland v©³©³r 1572, inv.nr. 1282; Ons Voorgeslacht 1979, blz.303)
Opmerkelijk is dat dit stuk van het eilandje De Nes toen onder H.I.A. en niet onder Rijsoord ressorteerde.
Blijkens het kohier der Tiende Penning over Rijsoord en Strevelshoek van 1557 woonde Franck Ghijsbrechtss van den Nes te Rijsoord en bezat daar 18½ morgen eigen land. (ARA Archief Staten van Holland v©³©³r 1572 inv.nr.1086) Bij zijn huis behoorde een perceel van 12 morgen en dit lag, zoals uit het kohier van 1561 blijkt, op het eilandje Nes. Het restant van dit eilandje, te weten 4 hond, was eigendom van Jan Ghijsbrechtz. te Dordrecht, wellicht zijn broer.
Franck was in 1557 tevens taxateur der Tiende Penning. In 1661 stond hij in dit kohier weer voor bovengenoemde landerijen genoemd (ARA Archief Staten van Holland v©³©³r 1572, inv.nr. 1413): "Franck Ghijsbrechtss. wonen(de) in Rijsoirt bruyct XIJ mergen lant genoempt den Nes m(etten) huys en(de) betelinge daer op staende". Dit betrof weide- en zaailand. In beide voorneomde kohieren komt hij al met de naam "Van den Nes" voor.
Blijkens het uit 1561 daterende kohier der Tiende Penning van Ridderkerk bezat Franck Gijssenss., "wonende opten Nes in Rijsoirt", een noord (= buitendijks gelegen land) van 3½ hond voor de dijk van de polder Oud-Reierwaard, terwijl hij daarnaast nog een even grote noord huurde. Dit betrof zaailand. (ARA Archief Staten van Holland v©³©³r 1572 inv.nr.1408) Verder huurde hij in de polder Oud-Reierwaard ongeveer 16 morgen weide- en zaailand, verspreid over zes niet ver van elkaar gelegen percelen. De betreffende landerijen binnen die polder werden volgens het voorgaande kohier van 1557 deels gehuurd door Ariaen Wijtensz., vader van de Rijsoordse boer Wijt Ariensz. en waren voor het andere deel eigendom en huurland van een Aert Heymansz. De noord, gelegen voor de bovengenoemde polder, die Franck in 1561 in eigendom had, valt helaas in het kohier van 1557 niet exact te traceren omdat in dit kohier de grootte er van niet vermeld is.
Blijkens het kohier van de Tiende Penning van Heerjansdam over 1557 had Franck Ghijsbertss., wonende op den Nes, 8 morgen 4 hond in huur van het convent van Marienborn in Dordrecht. (ARA Archief Staten van Holland v©³©³r 1572, inv.nr.1408)
In het kohier van de Tiende Penning van Heerjansdam over 1543 komt hij niet voor, terwijl genoemd land in 1561 gehuurd werd door Thonis Aertss., schout van Heerjansdam. (ARA Archief Staten van Holland v©³©³r 1572, inv.nr.1278)
Op 7 juni 1564 transporteerde Aert Heymansz. aan Frans (Franck) Gijsbrechtsz. het gerechte vijfde part van 11 morgen, te weten twee "ses-talff (=5½) morgen" in het Oudeland van Ridderkerk (Oud-Reierwaard) met de daarop rustende jaarlijkse rente van 9 rijnsgld (rekenmunt uit 16e eeuw van 28 stuivers) (GA Rotterdam, Archief Huys ten Donck, inv.nr.830)
Volgens het niet gedateerde, maar vermoedelijk rond 1570 opgestelde kohier van de 6e penning over Ridderkerk, woonde Franck toen "aen den Droogendijck". (GA Ridderkerk, inv.nr.47) Ook toen bezat hij de noord voor Oud-Reierwaard en gebruikte hij de ernaast gelegen noord in huur. Tevens was hij in de polder Oud-Reierwaard gebruiker van ongeveer 16 morgen verspreid over 7 percelen, waarvan hij 2 morgen 1 hond 20 roeden in "Joris Mol ende Styn van der Tempel XI Merghen" in eigendom had. Omstreeks 1575, toen het kohier der 50e penning over Ridderkerk werd opgesteld, waren de eigen- en de huurlanden in handen van Bastiaen Francken, zoon van de toen vermoedelijk overleden Franck van den Nes. (GA Ridderkerk inv.nr.49)
In 1571 huurde Franck Ghijsbertsz. "op ten Nesse" 9 morgen 1½ hond in Rijsoord van het "Heilige-Geesthuis ter Groote Kerk" te Dordrecht. In 1579 waren zijn zonen Bastiaen en Wijt Francken de huurders. (GA Dordrecht, Archief Heilige-Geest en Pesthuys ter Groote Kerk, inv.nr.559, fol.153)
Op 8 augustus 1576 compareerden te Dordrecht Gerit Willemsz. van Oost-Barendrecht, als man en voogd van Adriaenken Franckendr voor de ene helft en Cornelis Besemer Franckenz. van den Nes, wonende op Heerjansdam en Joris Geritss., uit Adriaen Pieters zoons ambacht (=Sandelingenambacht). als vader en voogd van Maryken Jorisdr, geprocreerd bij Lenaertgen Franckendr zaliger, voor de andere, allen erfgenamen van Franck Gijsbertss. van den Nes hun vader (respectievelijk schoonvader en grootvader) en verkochten aan Maerten Claesz. van Slijcht een huis en erf met zijn toebehoren aan de Veste te Dordrecht bij de "botgens poorte", gelegen tussen Jan Reyerszoons huis aan de ene zijde en Digna inden Spiegels huis aan de andere zijde. Dit huis was belast met een jaarlijkse losrente van 10 schellingen groten vlaams, welke de koper overnam. (GA Dordrecht RA inv.nr.711, fol.170v e.v.)
Het is niet duidelijk hoe Franck aan dit huis in Dordrecht is gekomen.
Een tijdgenoot van Franck van den Nes was Franck Gijsbertsz., waard in "Althena" te Dordrecht, die daar in vele akten genoemd wordt.
Vranck van den Nes kan diverse malen getrouwd zijn geweest. Gezien de vernoeming van een zoon Cornelis Besemer kan gedacht worden aan een eerdere vrouw die dan een dochter was van Cornelis Heyndricksz. Besemer, in 1502 plaatsvervangend schout van Sandelingenambacht en in 1508 en 1509 koper van tienden in de Zwijndrechtse Waard. Gezien de naam Wijt onder het nageslacht van Vranck zou het kunnen dat een latere vrouw van hem een zuster was van Adriaen Wijtensz., landeigenaar te Ridderkerk, Oost-Barendrecht, Sandelingenambacht en H.I.A. Vranck zou in dat geval tussen 1557 en 1561 een tweetal percelen huurland in Oud-Reierwaard van zijn overleden schoonvader hebben overgenomen.

Vranck trouwde met Marijtje (Mariken) Cornelisdr Besemer, dochter van Cornelis Heyndricksz Besemer en Cornelia N.N., omstreeks 1532. (Marijtje (Mariken) Cornelisdr Besemer werd geboren omstreeks 1512.)

Vranck trouwde vervolgens met N.N. Wijtendr Adriaans, dochter van Wijt Adriaans en N.N., omstreeks 1546. (N.N. Wijtendr Adriaans werd geboren omstreeks 1514.)

Vranck trouwde vervolgens met N.N. Bastiaans Willems vóór 1540. (N.N. Bastiaans Willems werd geboren omstreeks 1510.)