Carel van den Boetzelaer
- Geboren: 16 Feb 1727, 's Gravenhage
- Huwelijk (1): Josina Anna Petronella van Aerssen op 14 Aug 1768 in 's Gravenhage, in de Fransche Kerk
- Overleden: 21 Sep 1803, IJsselstein op 76-jarige leeftijd
Algemene notities:
BOETZELAER (Carel des H.R.R. baron van den) (2), heer van Aarlanderveen, geb. te 's Gravenhage 16 Febr. 1727, ged. Groote Kerk 19 Febr., overl. te IJselstein 21 Sept. 1803, zoon van baron Lodewijk Willem, die volgt, en van Eva Maria Slicher.
Van Boetzelaer was van 1759 tot 1798 Grootmeester van de Orde der Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, een functie die in zijn tijd als Groot Meester Nationaal van d'aloude en Zeer Eerwaarde Maatschappij der Vrije en Aengenomen Metzelaers, in de Republieq der Verenigde Nederlanden, ressort van de Generaliteit en onderhorige Volksplantingen bekend stond. Onder zijn leiding groeide de vrijmetselarij in Nederland van een twintigtal tot ruim zeventig loges, het aantal ordeleden vertienvoudigde en het gezag van de Grootloge breidde zich uit over de Antillen, Suriname, Bengalen en Ceylon, Oost-Indië en Zuid-Afrika. Ook werden er onder zijn gezag loges gesticht in Duitsland, de Oostenrijkse Nederlanden, en Italië. Van Boetzelaer droeg er aan bij dat de internationale betrekkingen tussen grootloges beter geregeld werden; de soevereiniteit van de Grote Loge der Zeven Verenigde Nederlanden werd in 1770 bevestigd door de Engelse grootloge en er werden verdragen met de Duitse en Franse grootmachten aangegaan.
Hij werd in 1779 beschreven in de ridderschap van Holland, was hoogheemraad van Schieland en meesterknaap van Holland en West-Friesland. In 1770 werd hij kapitein in het regiment gardes-te-voet, 24 Aug. 1772 kolonel en 15 Oct. 1787 generaal-majoor.
In dien rang belast met het gouverneurschap van de vesting Willemstad, bij de nadering der Franschen in 1793, gaf hij hier een voorbeeld van standvastige dapperheid door de vesting van 28 Febr. tot 16 Maart, te verdedigen tegen den vijand, die ten slotte het beleg moest opbreken. Als belooning vereerden de Staten van Holland v.B. met een gouden eeredegen en een pensioen van ƒ1000, overgaande op zijn beide dochters. Alle officieren uit de vesting ontvingen een rotting met gouden knop. Aan v. Boetzelaer, reeds adjudant-generaal van prins Willem V, werd bovendien de rang van luitenant-generaal geschonken.
Hij was 14 Aug. 1768 in de Fransche Kerk te 's Gravenhage gehuwd met Josina Anna Petronella van Aerssen, geb. te 's Gravenhage 3 Januari 1733, overl. te IJselstein 3 Sept. 1797, dochter van Cornelis van Aerssen, heer van Voshol, Hoogerheide, Meteren, Triangel, en van Anna Albertina van Beyeren van Schagen.
Uit dit huwelijk sproten alleen twee dochters: Wilhelmina barones v.B. (1773-1822), geh. te IJselstein 16 Febr. 1802 met Reinard Jan van der Meulen, predikant te Hoorn, Haarlem en Amsterdam; en Louisa Albertina barones v.B. (1775-1845), te Haarlem 4 Maart 1812 gehuwd met Mr. Theodore Lambert Prins, raad en burgemeester van Rotterdam.
Zijn portret is gegraveerd o.a. door R. Vinkeles, J. Wijsman, H.W. Caspari, A. Zurcher en G.H. Hodges in zwarte kunst.
Zie: Pieter v. Oldenborgh, Beleg en verded. v.d. Willemstad (Dordr. en Amst. 1793); Nederl. Adelsboek (1912), 280; Bosscha, Neerl. Held. te Land2 III, 18-21; Adelsarchief (1900), 289, (1902), 185; Wapenheraut XIII, 378; Kobus en de Rivecourt i.v.; Leidsch Jaarboekje (1920) 216.
Vermeldenswaardige gegevens:
• Beroep: Nationaal grootmeester der orde van de Vrijmetselaars (1759-1797).
• Doop, 19 Feb 1727, 's Gravenhage, in den Groote Kerk.
Carel trouwde met Josina Anna Petronella van Aerssen, dochter van Cornelis van Aerssen en Anna Albertina van Beyeren van Schagen, op 14 Aug 1768 in 's Gravenhage, in de Fransche Kerk. (Josina Anna Petronella van Aerssen werd geboren op 3 Jan 1733 in 's Gravenhage en overleed op 3 Sep 1797 in IJsselstein.)
|