Witte Van Haamstede

  Algemene notities:

wordt door zijn halfbroer, graaf Jan I van Holland beleend met de heerlijkheid Haamstede (welke door het kinderloos overlijden van Jan Costijnsz van Renesse aan de grafelijkheid was vervallen) en een jaarrente, Dordrecht 12 en 13 oktober 1299; verleent een keur aan Haamstede 1300; bevindt zich tijdens de grote Vlaamse inval van 1304 binnen Zierikzee, maar weet over zee daaruit te ontsnappen, landt bij Zandvoort, roept de Haarlemmers op en speelt een leidende rol bij het verdrijven der Vlamingen uit Holland; pacht de tienden welke Jan van Renesse bezeten had van het kapittel van Sint-Jan te Utrecht 22 mei 1307; wederom beleend met Haamstede en (in plaats van de tot dusver genoten jaarrente) met andere ambachten op Schouwen door zijn (achter)neef graaf Willem III 20 mei 1313
Het wapen van Witte van Holland. Hij werd beleend met de heerlijkheid Haamstede en noemde zich sindsdien Witte van Haamstede. Hij speelde omstreeks 1300 een grote rol in het verzet tegen de toenmalige Vlaamse bezetting van Zeeland.
De familie Van Haamstede voerde de Hollandse leeuw met als hartschild het wapen van Heusden.

Hij is een bastaard. Het staat allerminst vast, maar veelal wordt aangenomen, dat zijn moeder jonkvrouw Anna van Heusden was, een dochter van Jan Heer van Heusden en Imgard van Hornes. Door zijn halfbroer, graaf Jan I van Holland, wordt Witte op 13 oktober 1299 met Haamstede beleend, waarmee hij de stamvader wordt van het derde geslacht van Haemstede. Hij verdedigde in 1304 met succes Zierikzee tegen de Vlamingen, trok daarop naar Holland en versloeg hen in het voorjaar van 1304 op het Manpad bij Haarlem.

Witte I van Haamstede, geboren tussen 1272 en 1282; wordt door zijn halfbroer, graaf Jan I van Holland beleend met de heerlijkheid Haamstede (welke door het kinderloos overlijden van Jan Costijnsz van Renesse aan de grafelijkheid was vervallen) en een jaarrente, Dordrecht 12 en 13 oktober 1299; verleent een keur aan Haamstede 1300; bevindt zich tijdens de grote Vlaamse inval van 1304 binnen Zierikzee, maar weet over zee daaruit te ontsnappen, landt bij Zandvoort, roept de Haarlemmers op en speelt een leidende rol bij het verdrijven der Vlamingen uit Holland; pacht de tienden welke Jan van Renesse bezeten had van het kapittel van Sint-Jan te Utrecht 22 mei 1307; wederom beleend met Haamstede en (in plaats van de tot dusver genoten jaarrente) met andere ambachten op Schouwen door zijn (achter)neef graaf Willem III 20 mei 1313; overleden vóór 1318; huwde vóór 22 oktober 1307 met Agnes van der Sluis, ontvangt van haar zuster Johanna (non in het Norbertinessenklooster Bedbur) een deel van de door haar ouders nagelaten goederen 14 juni 1310; door graaf Willem III als weduwe belast met de voogdij over haar kinderen en het beheer der nagelaten goederen (de ambachten Haamstede en Duiveland, de helft van Brouwershaven, en enkele andere bezittingen op Schouwen), Zierikzee 26 december 1321.

Witte trouwde met Agnes Van Der Sluys, dochter van Arnold Van Der Sluis en Agnes van der Lecke, vóór Jan 1307. (Agnes Van Der Sluys werd geboren omstreeks 1285 en overleed na 1321.)