Pieter Jansz. van Driel

  Algemene notities:

Pieter Jansz. van Driel wordt genoemd in een aantal losse aantekeningen in het handschrift van Wouter van Goudhoeven: "Anno 1421 leefden in Swindrecht als lantpoorters van Dordrecht Heijke, Pieter, Dierc en Jan van Driel Janszonen". "Pieter van Driel waepen van die van (Dordt?) voor Leiden int beleg Anno 1420". "Pieter Jansz. van Driel, schout in Papendrecht 1434".
In 1423 wees het gerecht van Dordrecht vonnis een een "vrede" tussen twee partijen, die enige malen doorbroken was en waarbij leden van de familie van Driel betrokken waren. Onder de veroordeelden nam Pieter van Driel een prominente plaats in, want hij werd wegens doodslag voor eeuwig verbannen en "zoende (...) van desen doetslach, soe soude hi nochtans ballinc bliven". Ondanks deze eeuwige verbanning werd Pieter van Driel in 1438 opnieuw vermeld in een conflict voor het gerecht van Dordrecht, ditmaal als de schout in Papendrecht van heer Aernt van Ghent, ridder. Pieter van Driel zou een handvest betreffende aardhaling hebben "ontvoert", en schepenen van Dordrecht oordeelden "om alle twist ende ontruste die dair noch vorder uut comen mochten te voirhueden" dat Pieter van Driel de volgende 10 jaar "in genen gesworen recht in Papendrecht wesen en sal".