Cornelis Claesz. van Driel

  Algemene notities:

In zijn handschrift (fol.101) meldt Van Goudhoeven (GA Dordrecht): "Cornelis van Driel, schepen in Dordrecht Anno 1539, obiit Anno 1555, begraven ter Grote Kercke, hadde getrout Margriet Wensen Jacobsdochter, sterf Anno 1597 aet(atis) 80, hadden tsamen XI kinderen, hij sterf in sijn huijs genaemt Mijnsheerenberge". Cornelis Claesz. van Driel werd op 28 maart 1538 beleend met het grafelijke leen "het Huys Leeuwenburg, gezeyd Mijns-Heeren-Herberg" te Dordrecht. Dit huis diende als verblijfplaats van de graaf van Holland bij diens bezoeken aan Dordrecht. Het randschrift van de nog bestaande grafsteen in de Grote Kerk vermeldt de namen van Cornelis Claesz. van Driel en enkele familieleden. Ook het wapen met de dubbele adelaar is er op afgebeeld. In 1527 en 1533 kocht Cornelis de grafelijke korentiende van Heer Oudelandsambacht. In 1538 was hij toegetreden tot de schepenbank van Dordrecht. Mogelijk hield dit verband met zijn huwelijk met Margaretha Wenssen.
De familie van Margaretha Wenssen behoorde tot het Dordtse patriciaat: haar broer meester Adriaen Wenssen was pensionaris van Dordrecht, later lid van de Hoge Raad van Holland, terwijl een andere broer, Jan Wenssen, schout van Dordrecht was. De leden van het geslacht Wenssen hielden zich bezig met de houthandel, in het Dordrecht van de 16e eeuw een bloeiende sector. Na het overlijden van haar echtgenoot werd Margaretha meestal "Grietje van Driel" genoemd en zij is in de Dordtse geschiedenis vereeuwigd als naamgeefster van "Grietje van Driel's toren", ook wel Watersteintoren genaamd. Van dit gebouw bestaat een tekening uit 1844 van J.Rutten.

Cornelis trouwde met Margaretha Jacobs Wenssen, dochter van Jacob Aert Hendricksz Wensen en Cornelia Jansdr van Slingeland, omstreeks 1534 in Dordrecht. (Margaretha Jacobs Wenssen werd geboren omstreeks 1513 in Dordrecht en overleed in 1597 in Dordrecht.)