Wouter Jansz van der Linden
![]()
WOUTER JANSZ. (VAN RYDERKERK), boer, van Ridderkerk (1604), geboren ca 1578/79, overleden te tussen 11-09-1639 en 10-09-1642. Hij was heemraad van Groote Lindt (1605/06) waar hij tot 1607 in de Zwijndrechtse Waard woonde. Als man en voogd van Marichgen Ghijsbrecht P Meeuwenhil dochter, transporteerde hij op 22-05-1606 aan Adriaen Cortiaensz. Ruyter, heemraad van Mijnsheerenland, 3 mergen in het Oudeland van Moerkerken. Dit land was Wouter via zijn vrouw aangekomen bij overlijden van haar "bestevader" Pieter Cornelis Joosten. Van 1607 tot medio 1634 woonde hij te Mijnsheerenland. Op 16-04-1633 werd voor de te Mijnsheerenland wonende Wouter Janss. een schuldbrief opgemaakt ten behoeve van Johan van den Hoonert te Dordrecht ten bedrage van 300 Cgl. Blijkens een akte van 12-06-1634 was Wouter Jansz. toen 55 jaar oud. Bij akte van 27-06-1634 verklaarde Wouter Janss., wonende te Mijnsheerenland, 621 Cgl schuldig te zijn aan de nagelaten weeskinderen van Dirck Adriaenss. Joncksten Dronckert, in leven marktschipper en korenkoper op Goidschalksoord, en dat inzake zekere afgerekende schulden en van een obligatie, waarvoor zijn zoon Jan Wouteren, wonende in Sint-Anthoniepolder zich als borg had gesteld. Deze schuldbrief werd teniet gedaan na vertoning aan de secretaris op 02-08-1639. Wellicht vanwege financiële moeilijkheden deed Wouter zijn boerderij en landerijen onder Mijnsheerenland van de hand en hij verhuisde in de loop van 1634 naar de Blaak onder Heinenoord. Wouter Janss., wonende aan de Blaak onder Heinenoord, transporteerde op 09-11-1634 aan de heren en regenten van het Arme Weeshuys binnen Dordrecht een hoeve aan de noordzijde van "den dorpwech" waarin hij gewoond had met twee (hooi)bergen, twee keten en een boomgaard, en dat alles staande op grond van het voornoemde weeshuis. Op 01-07-1635 werd in de kerk van Heinenoord het eerste gebod afgekondigd van de verkoop van een "huys en berch" met beplanting etc. aan sheerendijck aan de Blaak onder Heinenoord, dat Cornelis Teuniss. aan Wouter Janss. had verkocht. De waarde was getaxeerd op 300 gld. Op 19-07-1635 betaalde Wouter de aanslag voor de 40e penning hierover. Van 10-09-1642 dateren de voorwaarden en kondities waarop Claes Jacobss. Blaeck als curator van de boedel van zaliger Wouter Janss., in het openbaar en ten overstaan van de schout en gerechten van Heinenoord, diens nagelaten "huys met een schuer stouck keet en berch" met de beteling, bedden, dekens, kussens, linnen, tin, houtwerk, beesten etc. zou gaan verkopen. De boerenwoning werd voor 222 gld. gekocht door Ghijsbrecht Wouterss. waarbij Jan Wouterss. "sijnen broeder" en Willem Bastiaenss. Snider "sijnen swager" zich borg stelden. Ghijsbrecht, Jan en Sijken Wouters en Willem Bastiaenss. Snider kochten beesten, inboedel en landbouwgereedschappen etc., waarbij ze ook voor elkaar als borg optraden. Aardig is ook dat in de boedel een "hellebaerten degen" werd aangetroffen. Huis en inboedel brachten totaal 346 gld. 18 st. op. Opmerkelijk is dat de weduwe van Wouter niets kocht. Blijkens een akte van 18-06-1658 was Marichie Gijsberts, weduwe van Wouter Jansz, nog in leven. Zij compareerde op die datum voor de notaris te Mijnsheerenland met haar zoon Gijsbert Woutersz. Kennis. Zoon van JAN DAMEN, boer in Oud-Reyerwaard, en SIJKEN LENARTSDR. ![]() Wouter trouwde met Marijtgen Gijsbrecht Pietersdr Meeuwenhil, dochter van Ghijsbrecht (Gisbert) Pieters Meeuwenhil en Marichen Adriaans Aelbrechtsdr (Roos). (Marijtgen Gijsbrecht Pietersdr Meeuwenhil werd geboren omstreeks 1585 in Mijnsheerenland, Binnenmaas en overleed na 18 Jun 1658.)
• Ondertrouw, 25 Apr 1604, Mijnsheerenland, Binnenmaas, Ridderkerk. |
Startpagina | Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst
Deze webpagina werd gemaakt op 10 Mei 2024 met Legacy 9.0 van MyHeritage; inhoud copyright en onderhouden door aprins@hotmail.com