Heijn Rutgherszn.

  Algemene notities:

Heyn Ruthersz. pacht van 1377 tot en met 1380 samen met Lauwe Claes Dielenz. het riet van de Noertpolre met Poortugaal tegen 30 sc. groot per jaar en van 1379 tot en met 1382 een derde deel van de staalvisserij in de Maas voor Oudenvliet tegen 58 sc. 9 d. groot en 2 zalmen per jaar. In 1379 pacht hij het Poortugaalse tiendblok Molenhoec tegen 13 d. groot en 8 lijn land aldaar, genaamd de Cleyne Hole, tegen 5 sc. 7 d. groot 8 m. Dit perceel blijkt in die Roden te liggen (tussen de Puttepoelse weg en de Jachtdijk) en wordt van 1382 tot en met 1395 door hem gebruikt tegen een erftijns van 4 sc. groot, evenals 7'/2 lijn land tegen een tijns van 4 sc. 4 d. 0 gr. en 10 gemet land tegen 21 sc. 8 d. gr. In 1382 pacht hij opnieuw het tiendblok Molenhoec, nu tegen 8 pond hollands, en de vroonvisserij voor Vlaardingen tegen 21 pond hollands, eveneens in 1383, van 1384 tot en met 1385 betaalt hij hiervoor 10 pond. Op 17 juli 1383 gaat hij voor de heer van Putte naar Utrecht om aan het kapittel van de Dom diens jaarlijkse betaling te doen van 10 pond groot voor de pensie, die deze verschuldigd is voor de rechten op het grootste deel van de tienden in diens gebied. In 1383 pacht hij samen met zijn broer Bey 10 gemet land bij het kasteel Valckensteyn tegen 3 1 sc. 6 m. en pacht alleen het gors Jans Wale tegen 26 pond 5 sc. hollands en een vierde deel van de tienden van Poortugaal tegen 14 pond hollands. Van 1383 tot en met 1399 is sprake van de hofstad van Jan Claesz., die met 2 kapoenen is belast, gelegen voor Heyn Rutghersz. op de droge dijkzate van Poortugaal. Het betreft de dijk tussen de polder Zwaardijk en Poortugaal, waar aan de noordzijde dus kennelijk land en/of het huis van Heyn ligt. In 1384 pacht hij het tiendblok Koddenhoec in Poortugaal tegen 12 d. hollands en in 1386 dat van Keethoek te Oedenvliet tegen 50 sc. hollands, in dit laatste jaar beheert hij voor de heer van Putte een deel van de moernering in Puttermoer, afkomstig van Heyn Damaesz. Van 1385 tot en met 1398 betaalt hij samen met Gillis van Heenvliet 3 pond 8 sc. 9 d. groot voor bijna 40 gemet land in Zwaardijk. Hij is rentmeester van Putte ten oosten van de Maas in 1395 en op 11 september 1413 bezitten zijn erfgenamen land in Zwaar-dijk. Het feit dat over zijn erfgenamen wordt gesproken en niet over zijn kinderen maakt het plausibel dat hij kinderloos is overleden.